fossiele brandstoffen
Hoe kun je een onvolledige verbranding herkennen?
Wat neem je waar?
Wat neem je waar?
1 / 12
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Hoe kun je een onvolledige verbranding herkennen?
Wat neem je waar?
Wat neem je waar?
Slide 1 - Question ouverte
Welk reactieproduct ontstaat bij de volledige verbranding van koolstof?
A
H2O
B
O2
C
CO2
D
CO
Slide 2 - Quiz
Sleep de stoffen naar de juiste verbranding
koolstofmono-oxide
koolstofdioxide
zuurstof
koolstof
water
volledige verbranding
onvolledige verbranding
Slide 3 - Question de remorquage
Sleep de stoffen naar het bijbehorende plaatje
stikstofoxiden
zwavelzuur
koolstofdioxide
zure regen
broeikaseffect
Slide 4 - Question de remorquage
Sleep de stoffen naar de plek waar ze vrijkomen of neerslaan
zwaveldioxide
zwavelzuur
stikstofoxiden
salpeterzuur
Slide 5 - Question de remorquage
aantonen koolstofdioxide
aantonen water
kopersulfaat
helder kalkwater
wit
wit--> blauw
wordt troebel
Slide 6 - Question de remorquage
+
+
2
Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van alcohol (C2H6O)
CO2
3
C2H6O
3
2
2
O2
H2O
4
4
O2
CO
Slide 7 - Question de remorquage
In aardolie komen zwavelverbindingen voor. Waarom wordt het zwavel uit aardolie gehaald?
Slide 8 - Question ouverte
Wat wordt bedoeld met het versterkte broeikaseffect?
Slide 9 - Question ouverte
Wat gebeurt er als je water op brandende benzine spuit?
Slide 10 - Question ouverte
Welk product wordt niet van aardolie gemaakt?
A
katoen
B
wasmiddel
C
benzine
D
plastic
Slide 11 - Quiz
Waarop berust de werking van blussen met schuim van een brand?
A
de brandstof reageert met het schuim
B
het schuim sluit de zuurstoftoevoer af
C
het schuim verlaagt de temperatuur
D
het schuim sluit de brandstoftoevoer af
