3 mc 20 okt

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

welke woorden ken je? D-N 
welke woorden ken je? Schrijf ze op D-N  
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Lena ist kein Mensch sondern ein Roboter. Sie arbeitet im Büro

Slide 3 - Diapositive

Bunte Kunstwerke auf einen Parkplatz vor der Schule in USA 

Slide 4 - Diapositive

was ist das? 

Slide 5 - Diapositive

Warum sind Wale wichtig für das Klima?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

70 MILLIONEN JAHRE ALT!

 
Bauarbeiter finden
riesige Dino-Eier

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Wie schnell fliegt ein Flugzeug? 
schnell
 schneller
am schnellsten

Slide 10 - Diapositive

Schnellstes Verkehrsflugzeug der Welt 
2.100 Kilometer pro Stunde

Slide 11 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden, de naamvallen en voorzetsels 

 
T

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen 

Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de derde naamval en 4e naamval gebruiken.

Je kent de vaste voorzetsels met de derde en vierde naamval.

Slide 13 - Diapositive

hfdst 9 Grammatik KGT 1-2
Uitleg persoonlijke voornaamwoorden en voorzetsels

Blaadje + Pen
schrijf de antwoorden op 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

schema naamvallen
toelichting op Zu   

Zu en Nach betekenen allebei "naar"
Zu          Personen   (ich fahre zu meiner Freundin) 
Nach         steden en landen  (ich fahre nach Berlin)     

Slide 16 - Diapositive

VOORZETSELS VAN DE 4E NAAMVAL       (LEERSTOF VORIG JAAR)


ALS JE EEN VOORZETSEL VAN DE 4E NAAMVAL IN EEN ZIN HEBT STAAN, MOET JE NA DIT VOORZETSEL HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD IN DE 4E NAAMVAL ZETTEN .

Slide 17 - Diapositive

HET GAAT OM DE VOLGENDE VOORZETSELS:

DURCH = door       Durch ihn (hem) bin ich so geworden      
FÜR       = voor       Für mich (mij) macht sie alles 
OHNE    =  zonder  Ohne sie (haar) kann ich nicht leben
UM         =  om        Um dich (jou)  mache ich mich Sorgen 
GEGEN  =  tegen    Gegen dich (jou) gewinne ich

Aufgabe 16  als oefening


Tekst

Slide 18 - Diapositive

DE VOORZETSELS VAN DE 3E NAAMVAL:
aus      uit             
bei       bij             
mit       met           
nach    na, naar    
von     van, door   
zu       naar    

UITLEG EN DAARNA MAKEN:  E   17 TM 24   (A,B,C AFMAKEN)                           
17 DOEN WE SAMEN   


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

ist diese Parkourläuferin bei den Parkour-Weltmeisterschaften in Tokio am Freitag. Bei der Sportart werden Hindernisse, wie Geländer, Treppen und Mauern, ohne Hilfsmittel überwunden.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo