Grammatica H3

Grammatica H3
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica H3

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
-Uitleg H3: wederkerend/wederkerig voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

doelen H3
-Ik kan het verschil tussen een wederkerend en een wederkerig voornaamwoord uitleggen.
-Ik kan wederkerende en wederkerige voornaamwoorden in een zin herkennen en benoemen.

Slide 3 - Diapositive

terugblik: persoonlijk voornaamwoord

-verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze 
   bij naam te noemen:
   ik, jij, je, jou hij, zij, ze wij,  we, jullie, het, hen, hun, etc.

-is altijd te vervangen door een naam/namen

Slide 4 - Diapositive

terugblik: persoonlijk voornaamwoord

-Ga je met mij mee naar het park?
  ->Gaat Marc met Rosa mee naar het park?

-Mag ik het boek van jou lenen?
  -> Mag Marc het boek van Rosa lenen?

Slide 5 - Diapositive

vergelijk
1. Hij bezeert zich    -    Hij bezeert ...
2. Wij haasten ons   -    Wij haasten ...

Slide 6 - Diapositive

wederkerend voornaamwoord
1. Hij bezeert zich    
2. Wij haasten ons   
3. Zij amuseren zich
        
      ->  werkwoorden met 'zich'

Slide 7 - Diapositive

verplicht wederkerend
-Ik vergis me
-Jij schaamt je
-Hij verslaapt zich
-Wij haasten ons

Slide 8 - Diapositive

toevallig wederkerend
-Ik bezeer me
-Jij scheert je
-Hij verwondt zich
-Wij vermaken ons


Slide 9 - Diapositive

wederkerig voornaamwoord
-elkaar
-elkander
-(mekaar)

Slide 10 - Diapositive

Benoem de voornaamwoorden 'wij', 'ons' en 'niets' in onderstaande zin.

Wij herinneren ons niets van de vorige les.

Slide 11 - Question ouverte

-persoonlijk voornaamwoord
-aanwijzend voornaamwoord
-bezittelijk voornaamwoord
-betrekkelijk voornaamwoord
-onbepaald voornaamwoord
-wederkerend voornaamwoord
-wederkerig voornaamwoord

Slide 12 - Diapositive

En nu?
Grammatica H3: wederkerend/wederkerig vnw (blz. 98, 99)
1) Maak opdr. 1
2) Maak opdr. 2
     Let op: benoem alleen de voornaamwoorden bij opdr. 2.

Slide 13 - Diapositive