19. Wederkerig en wederkerend

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Krant lezen (10 minuten)
  2. Uitleg (10 minuten)
  3. Zelf aan de slag (rest van de les)
timer
10:00
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Krant lezen (10 minuten)
  2. Uitleg (10 minuten)
  3. Zelf aan de slag (rest van de les)
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Krant lezen
  • Je krijgt een bladzijde uit de krant en daarvan lees je één artikel (met krantenkop, dus geen weerbericht, strip of reclame).
  • Je krijgt vijf minuten de tijd om het artikel te lezen, daarna vertellen drie leerlingen wat ze hebben gelezen.
  • Kom je moeilijke woorden tegen? Schrijf ze op, dan bespreken we die ook na het lezen. 

Slide 2 - Diapositive

3D - Wie vertelt over het artikel?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
-Ik kan het verschil tussen een wederkerend en een wederkerig voornaamwoord uitleggen.
-Ik kan wederkerende en wederkerige voornaamwoorden in een zin herkennen en benoemen.

Slide 4 - Diapositive

Terugblik: persoonlijk voornaamwoord

- Verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze 
   bij naam te noemen;
   ik, jij, je, jou hij, zij, ze wij,  we, jullie, het, hen, hun, etc.

- Is altijd te vervangen door een naam/namen.

Slide 5 - Diapositive

Terugblik: persoonlijk voornaamwoord

-Ga je met mij mee naar het park?
  ->Gaat Marc met Rosa mee naar het park?

-Mag ik het boek van jou lenen?
  -> Mag Marc het boek van Rosa lenen?

Slide 6 - Diapositive

Wederkerend voornaamwoord
1. Hij bezeert zich    
2. Wij haasten ons   
3. Zij amuseren zich
        
      ->  werkwoorden met 'zich'

Slide 7 - Diapositive

Verplicht wederkerend
-Ik vergis me
-Jij schaamt je
-Hij verslaapt zich
-Wij haasten ons

Slide 8 - Diapositive

Toevallig wederkerend
-Ik bezeer me
-Jij scheert je
-Hij verwondt zich
-Wij vermaken ons


Slide 9 - Diapositive

Wederkerig voornaamwoord
-elkaar
-elkander
-(mekaar)

Slide 10 - Diapositive

Zelf aan de slag, succes!
Maak: online de opdrachten die horen bij hoofdstuk 3 - grammatica: wederkerend en wederkerig.
Tijd: tot het einde van de les. Als je liever aan je verhaal werkt, dan mag dat ook, maar zorg wel dat je deze opdrachten niet vergeet!
Hulp: steek je vinger op en dan kom ik je helpen.

Woensdag krijg je de hele les de tijd om aan je verhaal te werken (de deadline is donderdag 23.59 uur).

Slide 11 - Diapositive