Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H3 3 werkwoorden bij U4 maart 21
H3 - ww
devoir / partir / sortir
Heb je deze ww voor jezelf herhaald?
Kijk achter in je boek of op de volgende dia's
Oefen evt in verbuga.eu - kies dan de ww en
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H3 - ww
devoir / partir / sortir
Heb je deze ww voor jezelf herhaald?
Kijk achter in je boek of op de volgende dia's
Oefen evt in verbuga.eu - kies dan de ww en
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Kies de juiste vertaling:
wij zullen vertrekken (futur)
A
nous partons
B
nous partions
C
nous sommes partis
D
nous partirons
Slide 8 - Quiz
Welke tijd is dit en hoe vertaal je de vorm?
nous partions
A
wij vertrekken (présent)
B
wij vertrokken (imparfait)
Slide 9 - Quiz
Vertaal:
ik vertrek (présent)
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal:
Elisa is vertrokken (passé composé)
Let op: 'partir' zit in het etre-huis!
Slide 11 - Question ouverte
Noem nog (minimaal) drie andere werkwoorden
die met ETRE gaan in de PASSÉ COMPOSÉ
Slide 12 - Carte mentale
Vertaal:
jij zult vertrekken (futur)
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal:
wij zullen vertrekken (futur)
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal:
zij vertrokken (imparfait)
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal:
u vertrekt (présent)
Slide 16 - Question ouverte
Vertaal:
ik ben vertrokken (p.c.)
Let op: een jongen zegt dit....
Slide 17 - Question ouverte
Wat betekent 'sortir'?
A
uitgaan
B
vertrekken
C
moeten
D
slapen
Slide 18 - Quiz
Welke tijd is de vorm:
elle sortira
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur
Slide 19 - Quiz
Welke tijd is de vorm:
elle sortait
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur
Slide 20 - Quiz
Wat betekent de vorm:
on sort
A
men gaat uit (en ook: wij gaan uit)
B
hij gaat uit
C
zij gaat uit
Slide 21 - Quiz
ON SORT is een vorm van de PRÉSENT
De PRÉSENT is een ...
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 22 - Quiz
De tijd waarmee je over de toekomst praat heet FUTUR.
De basis is meestal het hele werkwoord + de uitgangen...
A
ai - as - a - ons - ez - ont
B
ais - ais - ait - ions - iez - aient
Slide 23 - Quiz
Wat betekent de vorm:
ils sortiront
A
zij gingen uit
B
zij gaan uit
C
zij zullen uitgaan
Slide 24 - Quiz
Vertaal de vorm in het Frans:
zij gaan uit (présent)
Slide 25 - Question ouverte
Vertaal de vorm in het Frans:
zij gingen uit (imparfait)
Slide 26 - Question ouverte
Vertaal de vorm in het Frans:
zij zijn uitgegaan (p.c.)
Slide 27 - Question ouverte
Vertaal de vorm in het Frans:
zij zullen uitgaan (futur)
Slide 28 - Question ouverte
Vertaal de vorm in het Frans:
ik zal uitgaan (futur)
Slide 29 - Question ouverte
Vertaal de vorm in het Frans:
ik ging uit (imparfait)
Slide 30 - Question ouverte
DEVOIR is een onregelmatig ww en het betekent...
A
willen
B
kunnen
C
moeten
Slide 31 - Quiz
De IMPARFAIT is een
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 32 - Quiz
Om de IMPARFAIT van een ww te maken, neem je een vorm van de PRÉSENT als basis, nl
A
de je-vorm waar je de uitgang afhaalt
B
de tu-vorm waar je de uitgang afhaalt
C
de nous-vorm waar je de uitgang afhaalt
Slide 33 - Quiz
De basis van de imparfait van DEVOIR, is dus
(nous) DEV-(ons)
Geef nu alle vormen van de imparfait van devoir!
Slide 34 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
ik moet (présent)
Slide 35 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
zij moet (présent)
Slide 36 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
jullie moeten (présent)
Slide 37 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
zij moeten (présent)
Slide 38 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
wij hebben gemoeten (p.c.)
Slide 39 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
ik heb gemoeten (p.c.)
Slide 40 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
ik zal moeten (futur)
Let op: de futur van DEVOIR is onregelmatig!
Slide 41 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
jij zult moeten (futur)
Slide 42 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
wij zullen moeten (futur)
Slide 43 - Question ouverte
Geef de juiste Franse ww-vorm:
zij zullen moeten (futur)
Slide 44 - Question ouverte
Goed geoefend! Top!
Slide 45 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Klas 3 - LS - Unité 4 - oefenen met ww devoir, partir, sortir
Avril 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefenen met ww devoir
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefenen met ww devoir
Avril 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 38
Janvier 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4HV U3 - Grammaire 2 (les verbes)
Mars 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4HV U3 - Grammaire 2 (les verbes)
Mars 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Le verbe DEVOIR (vijf tijden)
Février 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
devoir
Janvier 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3