Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Regeling (Zenuwstelsel)
Regeling (Hormoonstelsel)
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
timer
0:20
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel
Slide 3 - Quiz
1. hersenen en ruggenmerg 2. het centrale zenuwstelsel en de zenuwen
timer
0:20
A
1. zenuwstelsel
2. centrale zenuwstelsel
B
1. centrale zenuwstelsel
2. zenuwen
C
1. zenuwen
2. zenuwstelsel
D
1. centrale zenuwstelsel
2. zenuwstelsel
Slide 4 - Quiz
Verwerkt het zenuwstelsel impulsen van je reukzintuig?
timer
0:20
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Sleep de tekst naar het juiste plaatje.
Zintuigen zetten prikkels om in impuls
Zenuwen sturen impuls naar hersenen
Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing
Hersenen sturen impuls naar zenuwen
Lichaam reageert op prikkel
Slide 6 - Question de remorquage
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
timer
0:20
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Zet in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Prikkel
zintuigcel
Impuls
Hersenen
verwerken info
Impuls
spieren
bewegen
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Welke drie typen zenuwcellen zijn er?
timer
0:20
Slide 10 - Question ouverte
Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Slide 11 - Question de remorquage
Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
timer
0:20
A
zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
het centrale zenuwstelsel naar zintuigen
C
spieren naar het centrale zenuwstelsel
D
het centrale zenuwstelsel naar spieren
Slide 12 - Quiz
Op welke plek zitten schakelcellen?
timer
0:20
A
in de benen
B
In het ruggenmerg
C
In de spieren
D
in de armen
Slide 13 - Quiz
Waar liggen schakelcellen in het zenuwstelsel?
timer
0:20
A
Alleen in het centrale zenuwstelsel
B
Binnen en net buiten het centrale zenuwstelsel
C
Helemaal buiten het centrale zenuwstelsel
D
In de zintuigen
Slide 14 - Quiz
Cellichaam
Celkern
Uitloper
Uitloper
Slide 15 - Question de remorquage
In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
timer
0:20
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Het ruggemerg hoort bij
timer
0:20
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel
Slide 18 - Quiz
Rugzijde
Buikzijde
Zenuwknoop
Witte stof
Grijze stof
Bewegingszenuw
gevoelszenuw
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Diapositive
Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg vormen samen het...
timer
0:20
A
zenuwen
B
zenuwstelsel
C
centrale zenuwstelsel
D
hypofyse
Slide 21 - Quiz
De hersenen bestaan uit...
timer
0:20
A
de hersenstam en de hersenzenuwen
B
de hersenstam en de zintuigen
C
de hersenstam, de grote en de kleine hersenen
D
grote en kleine hersenen en de zintuigen
Slide 22 - Quiz
De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.
timer
0:20
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
Welk deel van de hersenen regelt de coördinatie?
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
1
2
3
4
5
6
7
8
Zintuig -> impuls
Koud water prikkel
Bewustwording
Bewegingszenuw
Gevoelszenuw
Schakelzenuwcellen
Impuls
Impuls naar hersenen
Slide 26 - Question de remorquage
Zenuwstelsel <> Hormoonstelsel
Slide 27 - Diapositive
Zenuwstelsel
hormoonstelsel
Hormoonklieren
zenuwen
Slide 28 - Question de remorquage
Slide 29 - Diapositive
Dit is een ......
timer
0:20
A
speekselklier
B
hormoonklier
C
zweetklier
D
maagklier
Slide 30 - Quiz
Hormonen zijn:
timer
0:20
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Koolhydraten
Slide 31 - Quiz
Wat is de functie van hormonen?
timer
0:20
A
Hormonen regelen de werking van organen.
B
Hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren.
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels.
Slide 32 - Quiz
Hypofyse
Schildklier
Bijnieren
Eilandjes v langerhans
Eierstokken
Teelballen
Slide 33 - Question de remorquage
Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier
Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse
Slide 34 - Question de remorquage
De hypofyse hoort bij het
timer
0:20
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Welke hormoonklier produceert het groeihormoon?
timer
0:20
A
Alvleesklier
B
Hypofyse
C
Schildklier
D
Eierstokken
Slide 37 - Quiz
Hoe heet de hormoonklier aangegeven met nr 2 (bij de keel)?
timer
0:20
A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier
Slide 38 - Quiz
Enkele hormoonklieren bij mensen zijn: eierstokken, schildklier en teelballen. Welk of welke van deze klieren worden beïnvloed door hormonen uit de hypofyse?
timer
0:20
A
Eierstok
B
Schildklier
C
Teelballen
D
Allemaal
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Diapositive
Rachid heeft diabetes. Wat is een ander woord voor diabetes?
timer
0:20
A
blaasontsteking
B
nierziekte
C
suikerziekte
D
nierziekte
Slide 41 - Quiz
Welk hormoon wordt bij diabetes onvoldoende geproduceerd?
timer
0:20
A
Insuline
B
Glucagon
Slide 42 - Quiz
Wie krijgen diabetes type 1 meestal
timer
0:20
A
Ouderen
B
Jongeren
C
Pubers
Slide 43 - Quiz
Als je heel lang in je leven teveel suiker binnen krijgt kun je diabetes krijgen
timer
0:20
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 44 - Quiz
glucose wordt in de lever omgezet naar...
timer
0:20
A
glycogeen
B
glucagon
Slide 45 - Quiz
Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?