AK. 3 Het Klimaat

Aarde en Klimaat
AK. 2 Wolken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aarde en Klimaat
AK. 2 Wolken

Slide 1 - Diapositive

Wanneer begint waterdamp in een stapelwolk te condenseren?
A
Als de temperatuur boven het dauwpunt komt.
B
Als de temperatuur beneden het dauwpunt komt..
C
Niet, want je ziet juist de waterdamp

Slide 2 - Quiz

Mist > overdag warm en in de nacht koud.
Waarom mist het niet in de woestijn?
A
te veel zand en dat kan niet verdampen
B
erg droge lucht daardoor is er te weinig waterdamp
C
Je ziet hier een paard maar daar lopen kamelen
D
de zon schijnt daar heel veel en maakt alles warm

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel gram per één kubieke meter waterdamp kan lucht bevatten van
24 °C? ... gram

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Klimaten op aarde

Slide 7 - Diapositive

Energiestromen

Slide 8 - Diapositive

Energiebalans
Zon = motor van kringlopen en processen in de sferen



Er is een energiebalans 
(=evenwicht tussen hoeveelheid straling die aarde bereikt en hoevheelheid straling die atmosfeer verlaat), want op aarde vrij constante temperatuur (15 graden Celcius)

Slide 9 - Diapositive

Energiebalans/ stralingsbalans
1) Zonlicht dat de dampkring binnendringt, wordt deels weerkaatst door wolken en aardoppervlak.

2) Een ander deel wordt opgenomen en omgezet in warmte en uitgestraald. Zo wordt de atmosfeer verwarmd door aardoppervlak.

3) Door broeikasgassen wordt een flink deel van de warmte weer geabsorbeerd en teruggestraald naar de aarde.

--> Dit is het broeikaseffect: anders zou het op aarde gemiddeld -16 graden zijn (dus 31 graden kouder).

Slide 10 - Diapositive

Stralingsbalans op aarde verschilt per plek

Verschillen per breedtegraad. Oorzaak: bolling aarde. Gevolgen:
- Invalshoek van de zonnestralen is groter bij de evenaar en kleiner bij de polen.
- Een zonnestraal maakt een langere weg door de atmosfeer bij de polen.

+ Verschillen
dag en nacht
seizoenen (zomer en winter).


Slide 11 - Diapositive

Energiebalans
- Energiebalans op hogere breedten: hele jaar tekort
- bij de evenaar: overschot.

! Oceaanstromen en luchtcirculatie (transport van warmte en kou) zorgen voor minder extreme verschillen op aarde.


Slide 12 - Diapositive

Energiestromen

Slide 13 - Diapositive

Albedo-effect

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Broeikas-effect

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Maken:
- lees AK.3
- maken opdracht 28, 29, 30, 31, 32

Slide 23 - Diapositive