H2.2 - Les 4: Rivieren van ijs (2V1)

Van de bergen 
naar de zee



H2.2: Rivieren van ijs


zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Van de bergen 
naar de zee



H2.2: Rivieren van ijs


zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhaling P1: De vorming van de Alpen
  • Start van P2: Rivieren van ijs

Slide 2 - Diapositive

Regels tijdens de les
  1. Er is maximaal één iemand aan het woord.
  2. Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
  3. Geen kauwgom en jassen.
  4. Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
  5. Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek, lesboek en chromebook.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen vorige les
  1. Je kunt 4 verschillen benoemen tussen een jong en oud gebergte.
  2. Je kunt de 4 verschillende reliëfvormen met hun hoogtes benoemen. (B77)
  3. Je kunt de werking van de 3 soorten verwering uitleggen.
  4. Je kunt de eroderende werking van verweringsmateriaal in de bergen uitleggen (B84).

Slide 4 - Diapositive

Jong of oud?

Slide 5 - Diapositive

Jong of oud?

Slide 6 - Diapositive

H2.2: Rivieren van ijs

Slide 7 - Diapositive

De lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, bassin en gletsjer.
  2. Je kunt 3 soorten morenen benoemen met de juiste locatie bij een gletsjer.
  3. Je kunt het verschil tussen een U-dal en een V-dal uitleggen.

Slide 9 - Diapositive

De eerste helft van H2.2
  • We lezen samen bladzijde 28 van je lesboek

  1. Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, bassin en gletsjer.
  2. Je kunt 3 soorten morenen benoemen met de juiste locatie bij een gletsjer.

Slide 10 - Diapositive

MORAINES

Slide 11 - Diapositive

Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, firnbekken en gletsjer (B87).


firn
 - korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
firnbekken - Een verzameling overjarige sneeuw hoog in de bergen.

Slide 12 - Diapositive

V-dal
veroorzaakt door een rivier
U-dal
veroorzaakt door een gletsjer

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
  • Je leest de tekst op pagina 28/29 in je lesboek.
  • Je leest B86 en B87 in je basisboek.
  • Je maakt de opdracht 1 t/m 4 in je werkboek.
Regels wanneer je aan het werk bent: 
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
KLAAR?  
  • Open Classroom op je Chromebook en werk paragraaf 1 van de kennen- en kunnenlijst uit. 

Slide 15 - Diapositive

HUISWERK

1 t/m 4 van paragraaf 2

Slide 16 - Diapositive