Engelse werkwoorden (1)

Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Het woord kofschip gebruik je als ezelsbruggetje om tot de juiste vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd te komen?
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Instructie
Laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt: 

  • Saven - Ik save - savede
  • Timen - ik time - ik timede
  • Updaten - ik update - ik updatete

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Vorig jaar (backpacken) Monique en Carla de hele zomer door Thailand.

Slide 5 - Question ouverte

Hij (deleten) gisteren al zijn bestanden van zijn laptop.

Slide 6 - Question ouverte

De teamleden (brainstormen) eerder vandaag over het skills heroes evenement.

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het voltooid deelwoord van de werkwoorden breakdancen / downloaden / upgraden op.
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de ik-vorm van de werkwoorden relaxen / whatsappen en upgraden in de verleden tijd op.
timer
1:30

Slide 9 - Question ouverte

Hij (faxen) de brief gisteren.

Slide 10 - Question ouverte

Mijn vader (deleten) vorige week het computerprogramma.

Slide 11 - Question ouverte

De snelste tijd werd (timen) met de stopwatch.

Slide 12 - Question ouverte

Hij (finishen, vt) als laatste bij de atletiekwedstrijd.

Slide 13 - Question ouverte

De garage (mailen, tt) me, dat de auto (leasen) kan worden.

Slide 14 - Question ouverte

Hij (joggen, vt) elke dag tijdens zijn vakantie in Spanje.

Slide 15 - Question ouverte

Shanisha (updaten, tt) haar laptop.

Slide 16 - Question ouverte

Daan (passen, tt) de bal naar Puk.

Slide 17 - Question ouverte

Kyra (racen, vt) op de fiets om nog op tijd te komen.

Slide 18 - Question ouverte

Zij (timen, tt) haar opmerking goed.

Slide 19 - Question ouverte

Toon (faxen, vt) het bestand naar zijn baas.

Slide 20 - Question ouverte

Heb jij het bericht al naar hem (e-mailen).

Slide 21 - Question ouverte

Elsa (stressen, tt) altijd voor een proefwerk.

Slide 22 - Question ouverte

Hij heeft een bericht naar zijn vriend (sms'en).

Slide 23 - Question ouverte

Ik heb afgelopen zomer (paragliden).

Slide 24 - Question ouverte

Op Black Friday hebben veel winkels flink (cashen).

Slide 25 - Question ouverte

Ik wist altijd al dat wij goed (viben, vt).

Slide 26 - Question ouverte

Harry (appen) gisteren naar zijn broer vanuit Canada.

Slide 27 - Question ouverte

Wij (barbecueën, vt) gisteren in de tuin.

Slide 28 - Question ouverte

Mees (updaten, vt) gisteren zijn computer.

Slide 29 - Question ouverte

Mijn neef (coachen, vt) lange tijd het elftal waarin ik heb (basketballen)

Slide 30 - Question ouverte

WERKWOORDSPELLING

Koeman  [ ........................ ] de internationals naar voren.

Sinds kort  [ ........................ ] ik 3 dagen per week.

Per abuis [ ........................ ] ik net de relevante bestanden.

Die instastory [ ........................ ] hij naar zijn vrienden.

In juli en augustus [ ........................ ] we wekelijks!

Doordat de onoplettende jongen [ ...................... ]  op

de fiets, is hij tegen een lantaarnpaal  [ ...................... ].
coachde
coachte
fitness
deletete
forwardde
barbecueten
apte
fitnes
delete
forwarde
barbecueden
appte
gecrashd
gecrasht

Slide 31 - Question de remorquage

goed
fout
Na de lange, zware toetsweek heeft Jason veel gechild met zijn vrienden.
Terwijl alle klasgenoten intensief leerden, netflixte Janet de hele avond.
Toen Janet weer op school kwam, was iedereen verbaasd dat ze alleen heeft gebingewatcht.
Na afloop van het schooljaar partyte iedereen, behalve Janet: ze was gezakt.
Janets moeder podcaste vervolgens tips voor ouders om hun kind te helpen met leren.
Het tweede jaar focusde ze zich meer op leren en studeren. 

Slide 32 - Question de remorquage

Extra oefenen:
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-engelse-werkwoorden/

Slide 33 - Question ouverte