Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
BK H3 - grammatica
Grammatica
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica
Slide 1 - Diapositive
Welke zinsdelen ken je nog van hoofdstuk 1 en 2 ?
Slide 2 - Carte mentale
Stappenplan zinsontleding
Persoonsvorm
(ww + tijdproef, vraag)
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
(wie/wat + wwg? of getalproef)
Slide 3 - Diapositive
Even samen herhalen: opdr 1 blz 177
1. PV
2. //
3. O
Slide 4 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde
= alle werkwoorden in de zin (dus pv + andere werkwoorden)
Meisjes
kunnen
niet
voetballen.
Tot vorig jaar
hoorden
sportieve meisjes dit vooroordeel regelmatig.
In 2017
is
het beeld van meisjesvoetbal totaal
veranderd.
Slide 5 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Ik kan het werkwoordelijk gezegde in de zin vinden.
Slide 6 - Question ouverte
Werkwoordelijk gezegde
Soms horen er ook woorden bij het werkwoordelijk gezegde die zelf geen werkwoord zijn.
Splitsbare werkwoorden
In het weekend
slaap
ik altijd
uit.
(hele ww = uitslapen)
'te' of 'aan het' + hele werkwoord
Hij
zit
al twee uur huiswerk
te maken.
Hij
is
al twee uur huiswerk
aan het maken
.
Slide 7 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Mijn ouders zijn vandaag de hele dag aan het werken.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Ik ruimde mijn kamer op.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Ik vergat je te bellen.
Slide 10 - Question ouverte
Als het werkwoordelijk gezegde maar uit 1 werkwoord bestaat, welk zinsdeel is dat dan?
Slide 11 - Question ouverte
Stappenplan zinsontleding
Persoonsvorm
(tijdproef, GEEN VRAAGZIN!)
| Zinsdeelstrepen |
(stukjes voor pv plaatsen of opdelen in 'brokjes' informatie)
De rest van het werkwoordelijk gezegde
(andere ww, splitsbaar deel, 'aan het' / 'te')
Onderwerp
(wie/wat + wwg? of getalproef)
Slide 12 - Diapositive
Opdracht 1 blz 177
1. PV
2. //
3. WWG
4. O
Slide 13 - Diapositive
DEEL 2
Slide 14 - Diapositive
Herhaling
Het werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit alleen maar werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Herhaling: benoem het werkwoordelijk gezegde:
Ik heb de pakjes opgehaald.
Slide 16 - Question ouverte
Opdr 10 blz 181
1. PV
2. //
3. WG
4. O
Slide 17 - Diapositive
Opdr 11 blz 181
Slide 18 - Diapositive
Herhaling: Welke stappen moet je volgen bij zinsontleding?
Slide 19 - Question ouverte
Lijdend voorwerp
Met wie of wat wordt iets gedaan in de zin?
Wie/wat + wwg + onderwerp?
Bastiaan heeft een nieuwe telefoon gekregen.
Wat heeft Bastiaan gekregen?
een nieuwe telefoon
Slide 20 - Diapositive
Lijdend voorwerp
Het LV komt voor in zinnen met werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten.
Iets krijgen, iemand feliciteren, iets/iemand zoeken
Bastiaan heeft een nieuwe telefoon
gekregen
.
iets krijgen --> iets = een nieuwe telefoon
Ik
zoek
mijn biologische moeder.
iemand zoeken --> iemand = mijn biologische moeder
Slide 21 - Diapositive
Lijdend voorwerp
TIP: Het LV begint, net als het onderwerp NOOIT met een voorzetsel.
Slide 22 - Diapositive
Stappenplan zinsontleding
Persoonsvorm
(tijdproef, GEEN VRAAGZIN!)
De rest van het werkwoordelijk gezegde
(andere ww, splitsbaar deel, 'aan het' / 'te')
Onderwerp
(wie/wat + wwg? of getalproef)
Lijdend voorwerp
(wie/wat + wwg + ow?)
Slide 23 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?
Mijn oma bezoekt haar zus elke donderdag.
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het LV in de volgende zin:
Ik heb een mooi schilderij gemaakt
A
Ik
B
mooi schilderij
C
gemaakt
D
Er is geen LV.
Slide 25 - Quiz
Ik leer op mijn kamer.
Hoe weet je al dat 'op mijn kamer' geen LV is, zonder dat ik het stappenplan van ontleden heb toegepast?
Slide 26 - Question ouverte
Opdr 1 blz 177: Zoek het LV in deze zinnen.
LV=Wie/wat+WG+O?
Slide 27 - Diapositive
Opdr 15 blz 181
1. PV
2. //
3. WG
4. O
5. LV
Slide 28 - Diapositive
Opdr 19 blz 181
1. PV
2. //
3. WG
4. O
5. LV
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
BK H3 - grammatica
il y a 10 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
BK H3 - grammatica
il y a 11 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
BK H3 - grammatica
il y a 12 jours
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
L17 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Octobre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsontleding
il y a 22 heures
- Leçon avec
14 diapositives