H 2.2 Scheiden van mengsels

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H2.2 Mengsels scheiden

schei-kunde: oorspronkelijk het scheiden van mengsels in zuivere stoffen.

Leerdoelen

• Je leert een mengsel te scheiden in zijn componenten door gebruik te maken van verschil in oplosbaarheid en verschil in deeltjesgrootte;
• Je leert dat een scheiding nooit helemaal volledig is.

Mengsels scheiden

Bij het scheiden van stoffen maak je altijd gebruik van een verschil in stofeigenschap tussen deze twee stoffen.

Bijvoorbeeld:

• Verschil in kookpunt
• Verschil in oplosbaarheid in bepaalde oplosmiddelen
• Verschil in deeltjesgrootte
  
• etc.

Filtreren/zeven

Scheiden door gebruik te maken van een verschil in deeltjesgrootte

Kleine gaatjes: filter

Grote gaten: zeef

Filtreren

Vaste stof scheiden van vloeistof 

Filter

Residu - blijft achter in filter

Filtraat - gaat door filter heen

Bezinken en afschenken/centrifugeren

Scheiden door gebruik te maken van een verschil in dichtheid.

Bezinken

Centrifugeren

Indampen / destilleren

Scheiden door gebruik te maken van een verschil in kookpunt

Indampen

Opgeloste stof scheiden van oplosmiddel

Verwarmen

Nadeel: 1 stof verdwijnt

Destilleren

Opgeloste stof scheiden van oplosmiddel

Verwarmen

Voordeel:  stof verdwijnt niet!

Extraheren

Scheiden door gebruik te maken van een verschil in oplosbaarheid

Rendement

Een scheiding is nooit helemaal volledig.

Rendement = behaalde opbrengst / maximale opbrengst x 100%

Op welk verschil berust extraheren?

1. Deeltjesgrootte
2. Aanhechtingsvermogen
3. Oplosbaarheid
4. Kookpunt

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?

1. Indampen
2. Indampen & destilleren
3. Extraheren
4. Extraheren & filtreren

Een suspensie kan ik scheiden met behulp van ...

1. Destilleren
2. Adsorptie
3. Filtratie
4. Extraheren

Kun je een oplossing scheiden door filtreren?

1. ja
2. nee

Kun je een suspensie scheiden door bezinken?

1. ja
2. nee

Wat voor soort mengsel kunnen we scheiden met extraheren?

1. Kleurstoffen.
2. Vaste stoffen.
3. Suspensie.
4. Oplossing.

Hieronder zie je drie modellen van processen. Welk van de processen stelt scheiden voor?

1. 
2. 
3. 

Een zuivere stof kun je scheiden met een scheidingsmethode

1. Juist
2. Onjuist

Leerdoelen behaald?!

In de les / huiswerk

Leren en maken H2.2