3M Past Simple vs. Present Perfect

Past Simple vs. Present Perfect
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Past Simple vs. Present Perfect

Slide 1 - Diapositive

Past Simple
Hoe zat dat ook alweer?!

Slide 2 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?






Slide 3 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.





Hele ww + ed of 2e rijtje!




Slide 4 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.
2. Hoe maak je een vraagzin?




Hele ww + ed of 2e rijtje!




Slide 5 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.
2. Hoe maak je een vraagzin?
Did I walk to school? Did she walk to school?



Hele ww + ed of 2e rijtje!

Did ... hele ww


Slide 6 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.
2. Hoe maak je een vraagzin?
Did I walk to school? Did she walk to school?
3. Hoe maak je een ontkenning?


Hele ww + ed of 2e rijtje!

Did ... hele ww


Slide 7 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.
2. Hoe maak je een vraagzin?
Did I walk to school? Did she walk to school?
3. Hoe maak je een ontkenning?
I didn't walk to school. She didn't walk to school.

Hele ww + ed of 2e rijtje!

Did ... hele ww

Didn't + hele ww

Slide 8 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.
2. Hoe maak je een vraagzin?
Did I walk to school? Did she walk to school?
3. Hoe maak je een ontkenning?
I didn't walk to school. She didn't walk to school.

Welke signaalwoorden horen hierbij?
Hele ww + ed of 2e rijtje!

Did ... hele ww

Didn't + hele ww

Slide 9 - Diapositive

Past Simple
1. Hoe maak je een bevestigende zin?
I walked to school. She walked to school.
2. Hoe maak je een vraagzin?
Did I walk to school? Did she walk to school?
3. Hoe maak je een ontkenning?
I didn't walk to school. She didn't walk to school.

Welke signaalwoorden horen hierbij?
Hele ww + ed of 2e rijtje!

Did ... hele ww

Didn't + hele ww
LADY!
Last..., ago...., datum, yesterday.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Present Perfect
Hoe zat dat ook alweer?!

Slide 12 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?

Slide 13 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?


have / has + vtdw
= ww + ed of 3e rij!

Slide 14 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?

2. Hoe maak je een vraagzin?
have / has + vtdw
= ww + ed of 3e rij!

Slide 15 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?

2. Hoe maak je een vraagzin?
have / has + vtdw
= ww + ed of 3e rij!
have / has ... vtdw

Slide 16 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?

2. Hoe maak je een vraagzin?

3. Hoe maak je een ontkenning?
have / has + vtdw
= ww + ed of 3e rij!
have / has ... vtdw


Slide 17 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?

2. Hoe maak je een vraagzin?

3. Hoe maak je een ontkenning?


have / has + vtdw
= ww + ed of 3e rij!
have / has ... vtdw

haven't / hasn't + vtdw

Slide 18 - Diapositive

Present Perfect
1. Hoe maak je een bevestigende zin?

2. Hoe maak je een vraagzin?

3. Hoe maak je een ontkenning?

Welke signaalwoorden horen hierbij?
have / has + vtdw
= ww + ed of 3e rij!
have / has ... vtdw

haven't / hasn't + vtdw

Slide 19 - Diapositive

Signaalwoorden Present Perfect:


For
Yet
Never 
Ever

Just
Already
Since

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple

Slide 22 - Question de remorquage

past simple vs. present perfect

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Signaalwoorden!
Je hebt 10 seconden om antwoord te geven. 
Bij welke tijd hoort het signaalwoord?

Slide 25 - Diapositive

YET
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 26 - Quiz

Yesterday
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 27 - Quiz

Two days ago
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 28 - Quiz

For 5 years
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 29 - Quiz

Never
A
Past Simple
B
Present perfect

Slide 30 - Quiz

A year ago
A
Past Simple
B
Present perfect

Slide 31 - Quiz

Past Simple vs. Present Perfect
Welke tijd hoort op de plek van het gat?

Slide 32 - Diapositive

She ___ (visit) her grandmother for an hour.
A
visited
B
has visited

Slide 33 - Quiz

My brother ___ (celebrate) his birthday last Saturday.
A
celebrated
B
has celebrated

Slide 34 - Quiz

Last night, I ___ (lose) my keys, so I had to call my mom.
A
lost
B
have lost

Slide 35 - Quiz

I ___ (play) tennis since I was 5 years old, I'm pretty good now!
A
play
B
have played

Slide 36 - Quiz

I ___ (visit) Paris three times.

Slide 37 - Question ouverte

Last month I ___ (go) to Scotland.

Slide 38 - Question ouverte

We ___ (finish) this room last week.

Slide 39 - Question ouverte

She ___ (live) in London since 1994.

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

EXERCISES
Lesson 2
Grammar -page 67 t/m 69
oefen nog een keer met de opdrachten van de uitleg van vandaag.

Lesson 4
Reading page 83
Begin met de reading opdrachten

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Lien