7.1: De inrichting van een wijk

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

7.1: De inrichting van een wijk

Lesdoelen

- Je kent de begrippen 'eigen omgeving', 'wijk', 'buurt' en voorzieningen. 

- Je kent de begrippen koppelen aan je eigen omgeving.

Eigen omgeving: Gebied rond je huis waar je dagelijks komt

Stad of dorp

Rondvraag: Woon je in een stad of een dorp?

Wijk en buurt

Wijk: Deel van een dorp of stad. Een wijk bestaat uit verschillende buurten.

Buurt: Deel van een wijk

Maps

Hoe heet de wijk en de buurt waarin je woont?

Voorzieningen

Iets waar iedereen gebruik van kan maken zoals:

winkels, cafés, scholen, sportfaciliteiten, wijkcentrum,

Groenvoorziening: parken 

Welke voorzieningen heb je in je eigen omgeving?

Woningkenmerken

• één/meergezinswoning
• laagbouw/hoogbouw
• huur/koop
• (duur/goedkoop)

Noem de woningkenmerken van je eigen woning

Ruimtegebruik

• Wonen
• Werken
• Recreatie
• Verkeer
• Voorzieningen

B183 Ruimtelijke ordening

• Ruimtelijke ordening = maken van plannen voor de  inrichting.
• Alle menselijke activiteiten bepalen samen de:      inrichting van de ruimte = ruimtegebruik -> kantoren, boerderijen, woningen, wegen, restaurants.
• Verschil Nederland vs. opkomende landen: ongeplande sloppenwijken.