HIN 1BKA - oefentoets Werkwoordspelling

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Dagopening

Slide 2 - Diapositive

Fijn dat je er bent!
We gaan vandaag om de beurt de proeftoets werkwoordspelling bespreken. 
Daarna een Kahoot.  Log ook in op deze LessonUp. 


timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

  • Welkom
  • Bespreken Basis Oefentoets/ Kader maakt online oefentoets op iPad
  • Wissel oefentoets basis
  • Kahoot
  • Vragen stellen 

Slide 4 - Diapositive

Bespreken oefentoets 
Eerst basis dan kader. 
De rest maakt online oefentoetsen op de iPad. In stilte 

Slide 5 - Diapositive

Heb je nog                      vragen?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Werkwoordspelling

Slide 8 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- weet je wat een onregelmatige werkwoord is

Slide 9 - Diapositive

Oefentoets
Zet je naam op de oefentoets. Begin bij de eerste paragraaf.
Maak je Powerpoint voor het LOC-gesprek af en lever die in via Magister 

Lever de oefentoets aan het einde van de les bij mij in. 
We kijken deze samen na.


timer
25:00

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Mijn opa ..... je niet horen, hij is doof'

Slide 12 - Question ouverte

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?
A
Begint vaak met ge-, be- of ver- en is NOOIT de persoonsvorm.
B
Dat zijn 6 werkwoorden die je moet kennen en anders moet leren.
C
Dat zijn sterke werkwoorden.

Slide 13 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 14 - Question ouverte

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Hij heeft zich totaal in de tijd vergist.'
A
Hij
B
heeft
C
tijd
D
vergist

Slide 15 - Quiz

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Haar moeder is best wel oud.'
A
Haar
B
is
C
best
D
wel

Slide 16 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 17 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Je .... moe zijn na die lange reis'

Slide 18 - Question ouverte

Wat zijn de onregelmatige werkwoorden?
Als we geluk hebben, is het straks af.
(Let op het zijn 2 werkwoorden)

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 20 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Selma zegt boos: 'Zij hebben het ook niet gedaan!'

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Kim vraagt: 'Mogen we het samen doen?'

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Misschien wil de leraar ons helpen.

Slide 23 - Question ouverte

Onregelmatige werkwoorden
willen
hebben
zijn
kunnen
mogen
zullen

Slide 24 - Diapositive

onregelmatige werkwoorden
-werkwoorden waarbij de regels niet gelden
-hebben-zijn-kunnen-zullen-willen- mogen
ik heb-jij hebt- hij heeft- wij hebben
ik ben- jij bent- hij is-wij zijn
ik kan- jij kunt/kan- hij kan- wij kunnen

Slide 25 - Diapositive

Heb je nog                      vragen?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 28 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands?
A
zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
B
lopen, rennen, fietsen, zwemmen

Slide 29 - Quiz