Mijn proefles

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Schat het antwoord.
39 x 51 =

1. 200
2. 1500
3. 150
4. 2000

Schat het antwoord.
9985 : 50 =

1. 50.000
2. 2000
3. 200
4. 250

Schat het antwoord.
19 x 32 =

Hoe ga jij bij verhaaltjessommen te werk?

1. Ik lees eerst de som en bedenk dan direct welk antwoord het absoluut niet kan zijn.
2. Ik reken direct de som helemaal uit en kijk dan of het antwoord ertussen staat.
3. Ik schat eerst het antwoord en bepaal aan de hand daarvan wat het goede antwoord is.
4. Ik doe wat anders.

Kies het juiste antwoord.
a. De ene kameel draagt 4/5 van 60 kg.
De andere kameel draagt 3/4 van 60 kg.
Wat is het verschil in gewicht?

1. 1 kg
2. 3 kg
3. 7 kg
4. 10 kg

Kies het juiste antwoord.

a. De ene kameel draagt 4/5 van 60 kg.

De andere kameel draagt 3/4 van 60 kg.

Wat is het verschil in gewicht?

Kies het juiste antwoord.
b. Een kameel drinkt niet vaak, maar wel veel. Hij drinkt meer dan 100 L achter elkaar, tot 60 L per minuut. In hoeveel tijd drinkt een kameel 100 L water op zijn snelst?

1. 100 seconden
2. 1 minuut
3. 10 seconden
4. 2 minuten

Kies het juiste antwoord.

b. Een kameel drinkt niet vaak, maar wel veel. Hij drinkt meer dan 100 L achter elkaar, tot 60 L per minuut. In hoeveel tijd drinkt een kameel 100 L water op zijn snelst?

Kies het juiste antwoord.
c. Kamelen zijn telgangers en kunnen voor korte tijd 25 km per uur rennen. Ze lopen 30 tot 40 km per dag. De afstand tot de volgende oase is 592 km. Hoeveel dagen ongeveer doet een kameel over deze afstand?

1. ongeveer 16 dagen
2. ongeveer 10 dagen
3. ongeveer 30 dagen
4. ongeveer 23 dagen

Kies het juiste antwoord.

c. Kamelen zijn telgangers en kunnen voor korte tijd 25 km per uur rennen. Ze lopen 30 tot 40 km per dag. De afstand tot de volgende oase is 592 km. Hoeveel dagen ongeveer doet een kameel over deze afstand?

Maak zelfstandig opdracht 3.

Klaar?

- kijk je werk na. 

- aan je weektaak!