taalcompleet B1 thema 1 t/m 1.5
1 / 15
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
schrijf een zin met het werkwoord in de voltooide tijd:
beloven
beloven
Slide 2 - Question ouverte
schrijf een zin in de voltooide tijd met het woord: afwassen
Slide 3 - Question ouverte
schrijf een zin in de voltooide tijd met het woord: bezoeken
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
welke activiteiten kun je noemen?
Slide 6 - Carte mentale
wat is de betekenis van de woorden:
aan de slag gaan
aan de slag gaan
Slide 7 - Question ouverte
wat is de betekenis van de woorden:
deskundig
deskundig
Slide 8 - Question ouverte
wat is de betekenis van de woorden:
i.v.m.
i.v.m.
Slide 9 - Question ouverte
wat is de betekenis van de woorden:
stap voor stap
stap voor stap
Slide 10 - Question ouverte
wat is de betekenis van het woord:
fluiten
fluiten
Slide 11 - Question ouverte
wat is de betekenis van de woorden:
in dienst zijn van
in dienst zijn van
Slide 12 - Question ouverte
wat is de betekenis van de woorden:
stage lopen
stage lopen
Slide 13 - Question ouverte
wat is de betekenis van de woorden: heimwee hebben
