Herhalingsles

Economie
Herhalingsles
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Economie
Herhalingsles

Slide 1 - Diapositive

2.1
Als je een goed of dienst ruilt tegen iets anders zonder geld te gebruiken, is dat directe ruil.
Als je iets koopt, ruil je iets tegen geld. Dat is indirecte ruil.

Slide 2 - Diapositive

Vraag 1

Slide 3 - Diapositive

Het bedrag dat op je bankrekening staat, is je saldo.
Met internetbankieren of met een bank-app op je
telefoon kun je zien hoeveel saldo je hebt.

Slide 4 - Diapositive

Vraag 2
SCHRIJF DE SOM OP!!!!

Slide 5 - Diapositive

Betalen via internet met je tablet, computer of telefoon, noem je elektronisch betalen.
Voordeel: het is handig.
Nadeel: je hebt vaak niet in de gaten hoeveel geld je nog hebt.

Slide 6 - Diapositive

Vraag 3

Slide 7 - Diapositive

2.2
Sparen betekent dat je je geld niet nu uitgeeft, maar bewaart voor later.

Redenen om te sparen:
Je spaart voor een doel: bijvoorbeeld extra geld voor op vakantie.
Je spaart uit voorzorg: bijvoorbeeld voor als je telefoon kapot gaat.
Je spaart voor de rente: je wilt je spaarrekening zien groeien.


Slide 8 - Diapositive

Vraag 4

Slide 9 - Diapositive

Rente is een vergoeding die je krijgt van de bank omdat je er spaart.
De rente verschilt per soort spaarrekening, en per bank.

Slide 10 - Diapositive

Vraag 5 en 6

Slide 11 - Diapositive

Geld gebruik je op verschillende manieren.
Je noemt dat de geldfuncties:
Ruilmiddel: wanneer je iets koopt.
Spaarmiddel: wanneer je geld bewaart om later uit te geven.
Rekenmiddel: wanneer je de waarde van iets in geld aangeeft.

Slide 12 - Diapositive

Vraag 7

Slide 13 - Diapositive

2.3
Lenen betekent dat je geld gebruikt dat van een ander is.
Redenen om geld te lenen:
Je wilt iets duurs kopen, zoals een auto en je wilt niet wachten tot je het bedrag bij elkaar gespaard hebt.
Je hebt onverwacht dringend geld nodig. Bijvoorbeeld om een dure reparatie te betalen.

Slide 14 - Diapositive

Vraag 8

Slide 15 - Diapositive

Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand. Dat is de maandtermijn.
De maandtermijn bestaat uit twee delen:
Een deel voor het terugbetalen van het geleende geld. Dat heet aflossen.
Een extra bedrag voor rente.
De rente bij een lening is een vergoeding aan de bank, omdat je hun geld mag gebruiken

Slide 16 - Diapositive

Percentage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive