Neurocognitieve Stoornissen: Begrip en Benaderingswijzen

Neurocognitieve Stoornissen: 
Begrip en Benaderingswijzen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
VTMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Neurocognitieve Stoornissen: 
Begrip en Benaderingswijzen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat neurocognitieve stoornissen zijn en 
Benaderingswijzen toepassen bij psychogeriatrische mensen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over neurocognitieve stoornissen en benaderingswijzen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Neurocognitieve Stoornissen
Neurocognitieve stoornissen zijn aandoeningen die de cognitieve functies van de hersenen aantasten, zoals geheugen, aandacht, taal en uitvoerende functies.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten Neurocognitieve Stoornissen
Er zijn verschillende soorten neurocognitieve stoornissen, waaronder dementie, delier en milde neurocognitieve stoornis.
Dementie door de ziekte van Alzheimer;
Vasculaire dementie;
Dementie door frontotemporale afwijkingen; ziekte van Pick;
Lewy Body dementie;
Syndroom van Korsakov; Neurocognitieve stoornis door middelen/medicatie.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken en Risicofactoren

Neurocognitieve stoornissen kunnen veroorzaakt worden door verschillende factoren, zoals genetica, veroudering en neurologische ziekten.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benaderingswijzen
Bij psychogeriatrische mensen is het belangrijk om een rustige en gestructureerde omgeving te bieden, met duidelijke communicatie en empathie.
Korsakov benadering 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie
Bij mensen met neurocognitieve stoornissen is het belangrijk om eenvoudige taal te gebruiken, herhaling toe te passen en non-verbale communicatie te benutten.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgevingsaanpassingen
Het aanpassen van de omgeving, zoals het verminderen van prikkels en het creëren van een veilige ruimte, kan de symptomen van neurocognitieve stoornissen verminderen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling en Zorg
Behandelingen voor neurocognitieve stoornissen omvatten medicatie, therapieën en ondersteunende zorg om de kwaliteit van leven te verbeteren.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht;

Bedenk een casus uit je praktijk. Probeer uit te leggen welk ziektebeeld hierbij hoort en welke benaderingswijze je toe past.



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie en Toepassing
Evalueer de les en bespreek hoe je het aangeleerde (benaderingswijzen) kunt toepassen in de praktijk.

Schrijf op, waar ga jij de komende week mee aan de slag

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.