1H/V 4.3 Verspreiding van het christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Les voor:

maandag 12 februari en

donderdag 15 februari

Je kunt deze les zelf plannen. Werk in een keer vooruit. Of plan het werk in de twee lessen van deze week.

In deze les leer je over:

- het christendom in Europa tijdens de Middeleeuwen

- hoe het geloof van het christendom werd verspreid

- de standensamenleving in Europa

Probeer eens uit te leggen wat 'geloof' voor jou betekent.

Wat zijn volgens jou dingen waar mensen kunnen (kunnen) geloven?

Waarom denk jij dat mensen ergens in geloven?

Vandaag

4.3 verspreiding van het Christendom

- missionarissen (stukje film)

- kloosters

- monniken en nonnen 

Leenstelsel

Leerdoelen 4.3 Verspreiding van het christendom

• Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde.
  
• Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was.
  
• Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.

Zorg dat je de begrippen in de leerdoelen begrijpt en de leerdoelen kunt uitleggen.

Het christendom in de vroege Middeleeuwen

0 - 500 n. Chr.: 

Christendom ontstaan in Romeinse Rijk 

In Europa waren nog veel andere geloven

zoals natuurgodsdienst van de Germanen. 

na 500 n. Chr.:

Koning Clovis liet zich bekeren tot Christendom

Karel de Grote wilde dat iedereen in zijn rijk ook christelijk werd 

dan kon hij zijn macht namelijk beter uitvoeren. 

Missionarissen

Moeten het geloof verspreiden 

in opdracht van Karel de Grote en de Paus  

Een bekende missionaris was Bonifatius.

Kijk hier een stukje ven Het Verhaal van Nederland over Bonifatius.

Kloosters

In kloosters gaan mensen het geloof en de wereld bestuderen.

Monniken en nonnen wonen in het klooster.

Zij geven ook onderwijs.

Voor vrouwen was het klooster een mogelijkheid om een belangrijkere positie te krijgen.

Oefenen voor de toets:

Koning Clovis wist alle Franken onder zich te verenigen (mensen bij elkaar brengen als een volk). Twee uitspraken daarover:
1 Clovis bekeerde zich tot het christendom en dat bleek een voordeel bij het verenigen van de Franken.

2 Je zou kunnen zeggen dat Clovis een risico nam, omdat zijn bekering ook een nadeel bij het verenigen van de Franken had kunnen zijn.

Leg beide uitspraken uit.

Doe het zo:

De bekering van Clovis was een voordeel, omdat … [leg uit].

De bekering van Clovis had een risico kunnen zijn, omdat … [leg uit].

Nu aan de slag in je boek

• Lees van 4.3 'Een christelijke cultuur'
  Om de leertekst en het filmpje te verwerken maak je
  opdrachten 5, 6, 7, 8, 9
  
  
• Lees van 4.3 'De standensamenleving'
  Om die leertekst te verwerken maak je de opdrachten: 10, 11 en 12

Tijd om in je aantekeningen de leerdoelen te beantwoorden

• Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde.
  
• Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was.
  
• Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.

Zorg dat je de begrippen in de leerdoelen begrijpt en de leerdoelen kunt uitleggen.