LJ1- 2.10 woordenschat / LJ2 2.10 Samenstellingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: LJ1 2.10 - LJ2 2.10
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

 LJ1: Pak je boek van Nederlands op tafel en laat deze nog even dicht.

 

LJ2: Ga even in stilte lezen. 

Huiswerk controle 

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden

- Begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Voor deze les is geen mini-check. 

4. Instructie

Schooltaalwoorden:

Dit zijn woorden die je meestal niet thuis gebruikt, maar op school. Het is belangrijk dat je de betekenis ervan begrijpt, anders begrijp je de schooltekst niet of kun je de uitleg van je docent niet goed volgen. 

5. Begeleid inoefenen LJ1

Nvt

6. Zelfstandig werken LJ1

Je maakt zelfstandig opdracht 34, 35 en 37 op blz 84 t/m 86.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 

1. Lesopening LJ2

Pak je boek en je schrift van Nederlands. Laat alles nog even dicht op tafel liggen. 

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- weet je hoe je samenstellingen spelt

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Wat is een samenstelling?

1. Een woord met een streepje erin
2. Een woord dat uit minimaal twee lettergrepen bestaat
3. Een woord dat bestaat uit meerdere werkwoorden
4. Een woord dat bestaat uit meerdere zelfstandig naamwoorden

Wat is een samenstelling?

1. avon+tuur = avontuur
2. melk + pak = melkpak
3. honger+ig = hongerig

Wat is geen samenstelling?

1. dierentuin
2. waterfles
3. computer

Wie maakt wat? 

Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 6 en 7 op blz. 82 t/m 83

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Samenstelling

Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 

heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 

Voetbalwedstrijd

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!

Samenstellingen met -e of -en ertussen

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 7 (zie volgende slide voor de opdracht)

De rest gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 6 en 7 op blz. 82 t/m 83 

6. Zelfstandig werken 

LJ 1 - Je maakt zelfstandig opdracht 34, 35 en 37 op blz 84 t/m 86.

LJ 2 - Je maakt zelfstandig opdracht 6 en 7 op blz. 82 t/m 83 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een boek (boekverslag) en ga je in stilte lezen.

Evaluatie LJ1

Hoe ging de les? 

Heb je nog ergens vragen over?

Evaluatie leerdoelen: 

- Begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden?

- Begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten?

Evaluatie LJ2

Hoe ging de les? 

Heb je nog ergens vragen over?

Evaluatie leerdoelen: 

- weet je hoe je samenstellingen spelt?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Dinsdag 22 november

2.10 opdracht 34, 35 & 37

Huiswerk LJ2: 

Dinsdag 22 november

2.10 opdracht 6 en 7

Toetsen LJ1: 

Geen

Toetsen LJ2: 

Geen