Assisteren in de gezondheidszorg

Donderdag 30-05-2024
Assisteren in de gezondheidszorg
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Donderdag 30-05-2024
Assisteren in de gezondheidszorg

Slide 1 - Diapositive

Toets doelen:
Hfst 1:
  • Welke beroepen er zijn op het gebied van assisteren in de gezondheidszorg.
  • Waar je kunt werken 
  • Wat de beroepen inhouden 

Hfst 2:
  • Hoe je met vragen van cliënten omgaat. 

Slide 2 - Diapositive

hfst 3
  • Hoe je zorg draagt voor een ontvangst- en praktijkruimte. 
  • Waarom een steriele werkomgeving van belang is.
  • Hoe je de voorraad inventariseert en beheert 

hfst 4 
  • Wat de eerste- en tweedelijnszorg in Nederland is
  • Wat ziektepreventie inhoudt.
  • Welke vrij verkrijgbare middelen er zijn

Slide 3 - Diapositive

Hfst 5:
  • Hoe je volgens protocol BMI berekent.
  • Hoe je volgens protocol bloedsuiker controle afleest. 

hfst 6 
  • Kinderziektes 
  • Veelvoorkomende ziektes bij jongeren 
  • Veelvoorkomende ziektes bij volwassen en ouderen. 

Slide 4 - Diapositive

hfst 7:
  • Welke thuiszorgmiddelen er zijn en hoe ze gebruikt kunnen worden. 
  • Welke zorgtechnologie er is en hoe dit kan worden ingezet. 

Hfst 8:
  • Uit welke onderdelen een tand bestaat.
  • Uit welke onderdelen een gebit bestaat.
  • Welke veelvoorkomende gebitsproblemen we zijn.
  • Verschillende vormen van mondverzorging 

Slide 5 - Diapositive

Welke 5 beroepen komen voor bij assisteren in de gezondheidszorg?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een taak van een doktersassistente?
A
Afspraken inplannen cliënten
B
Cliënten doorverwijzen naar het ziekenhuis
C
Telefonische spreekuren met cliënten
D
Medicijnrecepten voorschrijven

Slide 7 - Quiz

Als doktersassistent zorg je voor:
A
Afspraken en neem je de telefoon op
B
Verricht je grote medische handelingen
C
Verrichten kleine medische handelingen

Slide 8 - Quiz

Over welke kennis denk je dat een tandartsassistente moet beschikken?
A
Anatomie van het gebit
B
Vervaardigen van kunstgebit
C
Werking van de spijsvertering
D
Mondhygiëne

Slide 9 - Quiz

Waar hoort de tandarts bij?
A
Eerste lijns zorg
B
Tweede lijns zorg

Slide 10 - Quiz

Welke taak mag je als tandartsassistente zelfstandig uitvoeren?
A
Boren in de tand van een cliënt
B
Speeksel afzuigen bij een cliënt
C
Gaatjes vullen bij een cliënt
D
Een beugel plaatsen bij een cliënt

Slide 11 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van een apothekersassistente?
A
Medicijnen in doosjes inpakken
B
De hele bijsluiter voorlezen aan de patiënt
C
Uitleg geven over medicatie
D
Medicijnen voorschrijven

Slide 12 - Quiz

Welk advies geef jij als apothekersassistenten bij een vervuilde schaafwond
A
Zo snel mogelijk koelen met ijs daarna afdekken met een hydrofiel gaasverband
B
De wond reinigen en ontsmetten met povidonjood
C
Doorverwijzen naar de arts dit komt niet in aanmerking voor zelfzorg
D
Geen advies nodig, het gaat vanzelf over

Slide 13 - Quiz

Wat zijn 2 taken van een medische Secretaresse?
A
Gegevens opvragen. Beheren medische dossier .
B
Operatie uitvoeren. Afspraken inplannen.
C
Zelf een spreekuur houden. Wachtruimte verzorgen.

Slide 14 - Quiz

Welke taken doet een assistent consultatiebureau?

Slide 15 - Question ouverte

Formeel taalgebruik gebruik je bij....
A
het werken als doktersassistent
B
het kletsen met vriendinnen

Slide 16 - Quiz

Gesloten vragen zijn vragen:
A
Waarop heel veel antwoorden mogelijk zijn
B
Waarop maar 1 antwoord mogelijk is
C
Die je stelt met de deur dicht
D
Die in een toets gesteld worden

Slide 17 - Quiz

Welke vragen zijn open vragen?
A
Is dit uw eerste kennismaking met vrijwilligerswerk?
B
Met welke doelgroep werkt u het liefst?
C
U begeleidt alleen de buiten-activiteiten. Vindt u dat goed?
D
Kunt u pannenkoeken bakken voor vijftig kinderen?

Slide 18 - Quiz

Welke van de onderstaande vragen is een controle vraag?
A
Heb ik dit voldoende uitgelegd?
B
Hoe voelt u zich?
C
Wat kan ik voor u doen?
D
Wilt u een glas water?

Slide 19 - Quiz

Wat is een gesloten vraag?
A
Ben jij morgen jarig?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 20 - Quiz

Open vragen...
A
geven ruimte om uitgebreid te beantwoorden
B
gaan over de emotie van iemand
C
zijn voor iedereen toegankelijk
D
kun je alleen beantwoorden met: geen commentaar.

Slide 21 - Quiz

Een controle vraag is een vraag die gesteld wordt om.....
A
Een vraag waarbij iemand kan antwoorden met: wanneer, waarom, wie en hoe
B
Je te verplaatsen in een ander
C
Erachter te komen of je de vraagsteller goed begrepen hebt

Slide 22 - Quiz

Hoe je zorg draagt voor een ontvangst- en praktijkruimte

Slide 23 - Question ouverte


Wat zijn de voordelen van domotica in de zorg?
A
de zorgvrager hoeft niet meer gestimuleerd te worden in zijn zelfredzaamheid
B
mensen kunnen langer thuis blijven wonen
C
er is geen verzorgende meer nodig
D
het tekort aan geld is in de zorg helemaal opgelost

Slide 24 - Quiz

Zorgtechnologie is technologie dat wordt ingezet als hulpmiddel in de zorg om medische en maatschappelijke zorg te verlenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz