Auto theorie

Auto theorie
Oefen vragen over theorie uit boek!
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Auto theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Auto theorie
Oefen vragen over theorie uit boek!

Slide 1 - Diapositive

Rijbewijs A is voor:
A
motorfiets
B
bromfiets
C
vrachtauto
D
tractor

Slide 2 - Quiz

Rijbewijs AM is voor:
A
motorfiets
B
personenauto
C
autobus
D
bromfiets

Slide 3 - Quiz

Rijbewijs B is voor:
A
aanhangwagen
B
personenauto
C
autobus
D
tractor

Slide 4 - Quiz

Rijbewijs C is voor:
A
vrachtauto
B
autobus
C
aanhangwagen
D
tractor

Slide 5 - Quiz

Rijbewijs D is voor:
A
aanhangwagen
B
tractor
C
autobus
D
personenauto

Slide 6 - Quiz

Rijbewijs E is voor:
A
motorfiets
B
autobus
C
aanhangwagen
D
tractor

Slide 7 - Quiz

Rijbewijs T is voor:
A
bromfiets
B
personenauto
C
autobus
D
tractor

Slide 8 - Quiz

Met een dier (paard) aan de hand lopen wordt ook gezien als een voetganger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Weggebruikers is iedereen die gebruik maakt van de weg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wie moet je in het verkeer altijd voor laten gaan?
A
Blinden en slecht voortbewegende personen
B
Kinderen en ouderen
C
politieauto's
D
gehandicapten voertuigen

Slide 11 - Quiz

Wat is een WA verzekering?
A
Deze verzekering vergoedt de schade die je aan iemand anders richt en is niet verplicht
B
vergoedt de schade aan je eigen auto
C
vergoedt de schade die je aan iemand anders richt en is verplicht
D
vergoedt de schade die je aan iemand anders richt en aan die van jezelf

Slide 12 - Quiz

Een korte onderbroken streep betekend:

A
Dat je op moet letten voor een verandering in het verkeer.
B
Dat er een voetgangersoversteekplaats aankomt.
C
Dat de snelweg gekruist wordt.
D
Dat de rijbaan smaller wordt.

Slide 13 - Quiz

Wat betekend dit kruis:

Slide 14 - Question ouverte

Geel knipperlicht is vaak een waarschuwing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Moet je hier rekening houden met tegemoetkomend verkeer?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Moet je hier rekening houden met tegemoetkomend verkeer?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Als een obstakel op jouw weghelft is, moet de tegenmoetkomende stoppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Mag je op een eenrichtingsweg achteruit rijden of keren?
A
Ja
B
Nee, achterwaarts inparkeren wel.
C
als er verder geen verkeer is mag dit wel
D
Nee, en je mag ook niet achteruit in parkeren

Slide 19 - Quiz

Wat is gunstiger, zodat je minder snel uit de bocht vliegt?
A
Positieve wegverkanting
B
Negatieve wegverkanting

Slide 20 - Quiz

Hoe hard mag je binnen de bebouwde kom rijden?
A
80 km
B
60km
C
50 km
D
45km

Slide 21 - Quiz

Hoe hard moet je met je minimaal kunnen rijden op de snelweg?
A
50 km
B
80km
C
90km
D
60km

Slide 22 - Quiz

Wat is een autosnelweg?
A
E-weg
B
A-weg
C
N-weg

Slide 23 - Quiz

Wat is een Europese weg
A
E-weg
B
A-weg
C
N-weg

Slide 24 - Quiz

Hoe hard mag je op deze weg rijden?
A
60 km/u
B
80 km/u
C
100 km/u
D
90 km/u

Slide 25 - Quiz

Hoe hard mag je op deze weg rijden?
A
60 km/u
B
80 km/u
C
100 km/u
D
90km/u

Slide 26 - Quiz

Hoe hard mag je op deze weg rijden?
A
60 km/u
B
80 km/u
C
100 km/u
D
90km/u

Slide 27 - Quiz

Wanner mag je rechts inhalen?
A
bij een file
B
rotonde en tram
C
invoeg en uitvoegstrook
D
file, rotonde, uitvoeg/invoegstrook en tram

Slide 28 - Quiz

Bij het inrijden en verlaten van in-/uitrit heb jij ten alle tijden voorrang.
A
Niet waar
B
Waar, jij moet al het verkeer voorrang geven!
C
je geeft alleen voorrang aan alle voetgangers
D
Je geeft alleen voorrang aan bestuurders

Slide 29 - Quiz

Hoeveel meter voor en na een kruispunt, zebrapad en bocht mag je NIET stilstaan?
A
12 meter
B
5 meter
C
2 meter
D
1 meter

Slide 30 - Quiz

Hoeveel meter voor en na een bushalte mag je NIET stilstaan?
A
12 meter
B
5 meter
C
2 meter
D
1 meter

Slide 31 - Quiz

Wat is de max snelheid van een aanhangwagen binnen de bebouwde kom?
A
50 km/u
B
90km/u
C
45km/u
D
60km/u

Slide 32 - Quiz

Wat is de max snelheid van een aanhangwagen buiten de bebouwde kom?
A
50 km/u
B
80km/u
C
90km/u
D
60km/u

Slide 33 - Quiz

Wat is de max snelheid van een aanhangwagen op autosnelwegen?
A
50km/u
B
80km/u
C
90km/u
D
45km/u

Slide 34 - Quiz

Bij het uitvoeren van een bijzondere verrichting, gaat al het andere verkeer voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Hoeveel meter achter de auto plaats je een gevarendriehoek?
A
20 meter
B
30 meter
C
40 meter
D
50 meter

Slide 36 - Quiz

Het sleeptouw moet ten alle tijden strak hangen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Gordel doorsnijden doe je:
A
van je af
B
naar je toe
C
maakt niet uit

Slide 38 - Quiz

Bij welke banden is de kans op aquaplaning het grootst?
A
dikke banden
B
winterbanden
C
dunne banden

Slide 39 - Quiz

Als je wilt invoegen, laat je bestuurders op de rijbaan naast je voorgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Zijn bij een aanhangwagen de waarschuwingsknipperlichten en achteruitrijlichten verplicht?
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz