Auto theorie

Verkeersveiligheid
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Auto theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Verkeersveiligheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijbewijs A is voor:
A
motorfiets
B
bromfiets
C
vrachtauto
D
tractor

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijbewijs B is voor:
A
aanhangwagen
B
personenauto
C
autobus
D
tractor

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijbewijs C is voor:
A
vrachtauto
B
autobus
C
aanhangwagen
D
tractor

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijbewijs T is voor:
A
bromfiets
B
personenauto
C
autobus
D
tractor

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weggebruikers is iedereen die gebruik
maakt van de weg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie moet je in het verkeer altijd voor laten gaan?
A
Blinden en slecht voortbewegende personen
B
Kinderen en ouderen
C
politieauto's
D
gehandicapten voertuigen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel boetes werden er in 2023 uitgeschreven?
A
3 miljoen
B
5 miljoen
C
8,5 mijoen
D
12 miljoen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kost door rood rijden?
A
230
B
270
C
310
D
350

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kost een boete voor rijden met de telefoon in de hand?
A
430
B
370
C
350
D
290

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een korte onderbroken streep betekend:

A
Dat je op moet letten voor een verandering in het verkeer.
B
Dat er een voetgangersoversteekplaats aankomt.
C
Dat de snelweg gekruist wordt.
D
Dat de rijbaan smaller wordt.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moet je hier rekening houden met tegemoetkomend verkeer?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een obstakel op jouw weghelft is, moet de tegenmoetkomende stoppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag je op een eenrichtingsweg achteruit rijden of keren?
A
Ja
B
Nee, achterwaarts inparkeren wel.
C
als er verder geen verkeer is mag dit wel
D
Nee, en je mag ook niet achteruit in parkeren

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hard mag je binnen de bebouwde kom rijden?
A
80 km
B
60km
C
50 km
D
45km

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hard moet je met je minimaal kunnen rijden op de snelweg?
A
50 km
B
80km
C
90km
D
60km

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hard mag je op deze weg rijden?
A
60 km/u
B
80 km/u
C
100 km/u
D
90 km/u

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hard mag je op deze weg rijden?
A
60 km/u
B
80 km/u
C
100 km/u
D
90km/u

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hard mag je op deze weg rijden?
A
60 km/u
B
80 km/u
C
100 km/u
D
90km/u

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel meter voor en na een bushalte mag je NIET stilstaan?
A
12 meter
B
5 meter
C
2 meter
D
1 meter

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer mag je rechts inhalen?
A
bij een file
B
rotonde en tram
C
invoeg en uitvoegstrook
D
file, rotonde, uitvoeg/invoegstrook en tram

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel meter achter de auto plaats je een gevarendriehoek?
A
20 meter
B
30 meter
C
40 meter
D
50 meter

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk bord betekent:
Pas op! Overstekend kinderen!
A
B
C

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk bord heb jij voorrang?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Dit bord betekent:
A
Je bent op een voorrangsweg. Jij moet voorrang krijgen.
B
Geef voorrang
C
Je moet hier rechts langs dit bord rijden.
D
Kijk, hier is een autosnelweg.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moet je richting aangeven als je wegrijdt
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Als je richting kan aangeven doe je dat. Kijk je in je binnenspiegel, buitenspiegel en over je schouder en er komt iemand aan, dan wacht je met richting aangeven tot diegene voorbij is.
Je ziet geen verkeer
naderen, moet je stoppen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Bij een stopbord moet je 2seconden stoppen. Ook als er niemand op straat is.
Hoe mag je in een
file inhalen?
A
Alleen via de linkerkant
B
Je mag niet inhalen
C
Zowel links als rechts

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hier de juiste
volgorde van voorrang?
A
Witte auto, rode auto, motor
B
Motor, rode auto, witte auto
C
Rode auto, motor, witte auto
D
Rode auto, witte auto, motor

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel centimeter mag de lading aan zijkanten uitsteken
A
0
B
20
C
30
D
40

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt voor jullie aanwezigheid!

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions