6.5 Evenwicht verschuiven

Beïnvloeding van het evenwicht
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Beïnvloeding van het evenwicht

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Checkvraag + huiswerk
  • Evenwicht verstoren & aantekening
  • Aan de slag! 
  • Quizje



Slide 2 - Diapositive

Wat weten we van een evenwichtsreactie?

Slide 3 - Carte mentale

Aan welke twee voorwaarden moet worden voldaan als er in een evenwichtstoestand sprake is van een dynamisch evenwicht?

A
De concentraties veranderen niet Er staat een dubbele pijl
B
Reactiesnelheid naar links is gelijk aan de reactiesnelheid naar rechts De concentraties veranderen niet
C
Reactiesnelheid naar links is gelijk aan de reactiesnelheid naar rechts Stoffen zijn gasvormig
D
De concentraties veranderen niet Stoffen zijn gasvormig

Slide 4 - Quiz

Bij een reactie is 40% van de beginstof omgezet. Plaats de juiste getallen in de laatste regel van het BOE-schema.
B        5,00      5,00        0          
O
E
2 A+B22 AB
3,00
2,00
5,00
2,50
1,00
4,00

Slide 5 - Question de remorquage

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom de katalysator geen invloed heeft op de ligging van het evenwicht.  
  • Ik kan aan de hand van verstoringen aangeven welke reactie in het voordeel is (naar links of rechts).  
  • Ik kan uitleggen wat er gebeurt bij het vastvriezen van het evenwicht.  
  • Ik kan uitleggen hoe je een evenwichtsreactie aflopend maakt.  

    Slide 6 - Diapositive

    K is een constante, dus geen eenheid
    Aantekening

    Slide 7 - Diapositive

    Slide 8 - Diapositive

    Evenwicht verstoren
    Er is evenwicht als de snelheid van de heengaande reactie gelijk is aan de snelheid van de teruggaande reactie (s1 = s2)

    Factoren die invloed hebben op de 
    reactiesnelheid kunnen daarom invloed hebben op de ligging van een evenwicht.

    Slide 9 - Diapositive

    Heeft er ook iets invloed op deze evenwichtconstante (K)?

    Zeker de temperatuur en bij gassen is de druk van invloed. 

    Slide 10 - Diapositive

    Waarin verandert het evenwicht wanneer je een katalysator toevoeg?
    A
    Nergens in.
    B
    De concentratie van reactieproducten worden groter.
    C
    De concentratie van de beginstoffen worden groter.
    D
    Het evenwicht wordt eerder gevormd.

    Slide 11 - Quiz

    Slide 12 - Diapositive

    Verandert de concentratie van een stof, dan..

    Bijvoorbeeld als de concentratie
    van N2 wordt verhoogd?

    Slide 13 - Diapositive

    Verandert de concentratie van een stof, dan..

    Wanneer de concentratie van ammoniak
    wordt verhoogd, dan verandert de K, 
    deze wordt kleiner.  Hierbij is de reactie 
    naar rechts tijdelijk in het voordeel. 

    Dit totdat het evenwicht opnieuw is ingesteld. 

    Slide 14 - Diapositive

    Wat gebeurt er als de
    concentratie van ammoniak
    juist verkleind wordt?

    Slide 15 - Question ouverte

    • B toevoegen 
    • B wegnemen

    Botsingen, over het product wat gevormd wordt, over de snelheid en waar het evenwicht heen gaan? 
    Concentratieverandering
    timer
    4:00

    Slide 16 - Diapositive

    • B toevoegen: Meer botsingen tussen A en B, dus er wordt meer C gevormd. S1 is groter dan S2, dus het evenwicht gaat naar rechts
    • B wegnemen: Minder botsingen tussen A en B, dus er wordt minder C gevormd. S2 is groter dan S1, dus het evenwicht gaat naar rechts
    Concentratieverandering

    Slide 17 - Diapositive

    • Dus: bij toevoegen naar beginstof verschuift het evenwicht naar de andere kant en omgekeerd
    Concentratieverandering

    Slide 18 - Diapositive

    • N2O4 (g) <-> 2 NO2 (g)
    • K = [NO2]2/[N2O4]

    • Als je van beide het volume verdubbelt?
    • Als je het volume van N2O4 verhoogd? 
    Volumeverandering

    Slide 19 - Diapositive

    Volumeverandering
    Noteer dit!
    Als de druk (of concentratie) hoger wordt, verschuift het evenwicht in de richting van het kleinste aantal deeltjes.

    Als de druk (of concentratie) lager wordt, verschuift het evenwicht in de richting van het grootste aantal deeltjes.

    Slide 20 - Diapositive

    Ik verhoog de temperatuur. Welke reactie zal dan in het voordeel zijn?
    A
    Een exotherme reactie
    B
    Een endotherme reactie
    C
    Geen van beide
    D
    Allebei

    Slide 21 - Quiz

    • 1 reactie is exotherm en de andere reactie is dan endotherm
    • Een exotherme reactie heeft al genoeg energie, dus profiteert er niet zo heel veel van
    • Een endotherme reactie heeft energie nodig, dus die profiteert er het meeste van
    Invloed van de temperatuur

    Slide 22 - Diapositive

    • Als de temperatuur stijgt, verschuift het evenwicht in de richting van de endotherme reactie.
    • Als T daalt verschuift, het evenwicht in de richting van de exotherme reactie.
    Noteer dit!
    Invloed van de temperatuur

    Slide 23 - Diapositive

    Van een evenwicht is de reactie naar links exotherm. Naar welk kant verschuift evenwicht als het mengels wordt verwarmt?
    A
    links
    B
    rechts

    Slide 24 - Quiz

    Wanneer heb je een aflopend evenwicht?

    Slide 25 - Carte mentale

    Volumeverandering
    • Volumevergroting doet het (gas)evenwicht verschuiven naar de kant met de meeste gasdeeltjes
    • Volumeverkleining doet het gas(evenwicht) verschuiven naar de kant met de minste gasdeeltjes

    Slide 26 - Diapositive

    • Als er een gas ontstaat kan dat gas ontsnappen.
    • Dan kan de reactie naar links niet meer verlopen, dus loopt het evenwicht af.
    Aflopend evenwicht

    Slide 27 - Diapositive

    Samengevat
    • Concentratieverandering: Bij toevoegen van beginstoffen verschuift evenwicht naar de andere kant en omgekeerd
    • Volumeverandering: Bij volumevergroting verschuift het evenwicht naar de kant met de meeste gasdeeltjes en bij volumeverkleining naar de kant met de minste gasdeeltjes
    • Katalysator: geen evenwichtsligging
    • Temperatuur: Bij verhoging van temperatuur verschuift evenwicht naar de endotherme kant. Bij verlaging naar de exotherme kant
    • Aflopend evenwicht: Evenwicht verloopt aflopend bij verwijderen product

    Slide 28 - Diapositive

     ! Regels voor een evenwicht !
    Als de temperatuur stijgt, verschuift het evenwicht in de richting van de endotherme reactie.
    Als T daalt, verschuift het evenwicht in de richting van de exotherme reactie.
     
    Als de druk (of concentratie) hoger wordt, verschuift het evenwicht in de richting van het kleinste aantal gasdeeltjes.
    Als de druk (of concentratie) lager wordt, verschuift het evenwicht in de richting van het grootste aantal gasdeeltjes.

    Slide 29 - Diapositive

    Naar welke kant verschuift het evenwicht als de volgende handelingen worden uitgevoerd? De reactie naar links is exotherm.
    NO2 weghalen
    Naar links
    Naar rechts
    Extra N2O4 toevoegen
    Het reactiemengsel verwarmen
    Het volume van het reactievat verkleinen

    Slide 30 - Question de remorquage

    H2 (g)+ Cl2 (g) ⇄ 2HCl (g)
    We verstoren het evenwicht. Leg uit er met de evenwichtsconstante wat er gebeurt.
    Q gaat omhoog → Q ≠ K 
    evenwicht beweegt naar links
    Q gaat omlaag → Q ≠ K 
    evenwicht beweegt naar rechts
    Q gaat omhoog → Q ≠ K 
    evenwicht beweegt naar rechts
    Q gaat omlaag → Q ≠ K 
    evenwicht beweegt naar links
    Q verandert niet
    er verandert niets aan het evenwicht
    verhoog H2
    weghalen
    HCl
    weghalen Cl2
    volume vergroten
    druk verhogen

    Slide 31 - Question de remorquage

    Aan de slag

    H: 39
    B: 36 t/m 38, 40 en 41
    V: 42

    Slide 32 - Diapositive

    Planning
    • Vragen over hoofdstuk 6? 
    • Checkopdracht
    • Of samen bezig of begint toepassingen 
    • Quiz over evenwichten!

    Slide 33 - Diapositive

    Vragen over huiswerk?

    Slide 34 - Carte mentale

    timer
    10:00

    Slide 35 - Diapositive

    Slide 36 - Diapositive

    Slide 37 - Diapositive

    Slide 38 - Diapositive

    Zelf aan de slag met toepassingen.
    Of samen opletten met opgaven bespreken. 
    timer
    10:00

    Slide 39 - Diapositive

    Slide 40 - Vidéo