Vorige slide.... geheigencellen zorgen dat je immuun bent.
Je kan ook immuun worden zonder een ziekte eerst gehad te hebben. Hoe?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
4 manieren om immuun te worden.
Bron 3 blz. 175
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Nu en huiswerk
Maak de oefenopdracht op het stencil
(bespreken we over 10 minuten)
Klaar? --> Lees blz 174 en 175
Maak van paragraaf 9.3 de opdrachten 4, 5, 6, 8 en 10
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Je bent op safari en wordt gebeten door een giftige slang. Gelukkig heeft de gids een serum bij zich die hij direct in je arm spuit. Hierdoor overleef je het. Wat voor soort immunisatie is dit?
A
actief, natuurlijk
B
actief, kunstmatig
C
passief, natuurlijk
D
passief, kunstmatig
Slide 14 - Quiz
0
Slide 15 - Vidéo
Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infectieziekten door bacteriën. Welk celonderdeel van de bacterie wordt beschadigd door de antibiotica?
A
celwand
B
celkern
C
cytoplasma
D
DNA
Slide 16 - Quiz
Als je te vaak antibiotica gebruikt, kunnen bacteriën er ongevoelig voor worden. Wat is het begrip voor deze ongevoeligheid? Een bacterie is dan ...... tegen een bepaald soort antibiotica.
Slide 17 - Question ouverte
Waarom werkt antibiotica niet tegen een virus?
Slide 18 - Question ouverte
Bij een allergische reactie geven de witte bloedcellen een speciale stof af die klachten veroorzaakt zoals jeuk en benauwdheid. Hoe heet deze stof?
Slide 19 - Question ouverte
Vandaag
-Bespreken stencil 'vormen van immunisatie'
-Vervolg 9.3
Slide 20 - Diapositive
Doelen van deze les
Je leert:
hoe je immuun wordt tegen een ziekte
hoe medicijnen helpen tegen ziekteverwekkers
waardoor iemand allergisch is
wat een auto-immuunziekte is
Slide 21 - Diapositive
Hoe helpen medicijnen tegen ziekteverwekkers?
Antibiotica bestrijdt bacteriën door de celwanden aan te tasten.
Bacteriën kunnen resistent worden --> dan werkt de antibiotica niet meer.
Dit werkt niet voor virussen
want die hebben geen celwand.
Slide 22 - Diapositive
Opdracht
In tweetal een eigen deel lezen en begrijpen (4 minuten)
Aan elkaar uitleggen (4 minuten)
Klassikaal afronden
Slide 23 - Diapositive
In tweetallen, links:
Allergische reactie
Bestudeer bron 6 (blz. 180) en de bijbehorende tekst
Leg uit aan je buurman/vrouw
In tweetallen, rechts:
Auto-immuunziekte
Bestudeer bron 7 (blz. 182) en de bijbehorende tekst
Leg uit aan je buurman/vrouw
timer
4:00
Slide 24 - Diapositive
Waardoor is iemand allergisch?
Als je allergisch bent, dan reageert je lichaam extreem gevoelig
--> afweerreactie.
Bij allergische mensen wordt bij het
opruimen van lichaamsvreemde
stoffen histamine gemaakt --> allergische reactie
Slide 25 - Diapositive
Wat is een auto-immuunziekte?
Bij een auto-immuunziekte herkennen je eigen witte bloedcellen lichaamseigen cellen niet meer.
Je maakt antistoffen aan tegen eigen cellen en ruimt ze op.
Slide 26 - Diapositive
De examenvraag van vandaag
Na inenting met een mazelenvaccin ontstaat immuniteit.
Naar aanleiding van deze inenting worden twee uitspraken gedaan.
A. Het vaccin bevat dode of verzwakte ziekteverwekkers.
B. Deze inenting heeft actieve immuniteit tot gevolg.
Geef van elke uitspraak aan of deze juist is of onjuist
Slide 27 - Diapositive
Nu en huiswerk
Lees paragraaf 9.3
Maak van 9.3 de opdrachten 12, 14, 18, 19, 22 en 23