9.3 Ziekten bestrijden

9.3 Ziekten bestrijden
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

9.3 Ziekten bestrijden

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
-Dagopening
-Huiswerk 9.2
                 
-9.3 (deel 1) 
 

Slide 2 - Diapositive

Nu en huiswerk
-Lees alle teksten van paragraaf 9.2
-Maak van paragraaf 9.2 de opdrachten: 10, 11, 12, 13 en 15 (en check of je de opdrachten 4 t/, 8 al af had)
-Kijk alle opdrachten van 9.2 na en verbeter.

Slide 3 - Diapositive

Huiswerkcontrole en bespreking
Controle: 9.2 opdracht 4 t/m 8, 10, 11, 12, 13 en 15

Bespreken opdracht  .....  

Lees in stilte 9.3
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Doelen van deze les
Je leert:
hoe je immuun wordt tegen een ziekte
hoe medicijnen helpen tegen ziekteverwekkers
waardoor iemand allergisch is
wat een auto-immuunziekte is

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Vraag
Vorige slide.... geheigencellen zorgen dat je immuun bent. 

Je kan ook immuun worden zonder een ziekte eerst gehad te hebben. Hoe? 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

4 manieren om immuun te worden. 
Bron 3 blz. 175

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Nu en huiswerk
Maak de oefenopdracht op het stencil 
(bespreken we over 10 minuten)

Klaar? --> Lees blz 174 en 175
Maak van paragraaf 9.3 de opdrachten 4, 5, 6, 8 en 10
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Je bent op safari en wordt gebeten door een giftige slang. Gelukkig heeft de gids een serum bij zich die hij direct in je arm spuit. Hierdoor overleef je het.
Wat voor soort immunisatie is dit?
A
actief, natuurlijk
B
actief, kunstmatig
C
passief, natuurlijk
D
passief, kunstmatig

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Vidéo

Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infectieziekten door bacteriën. Welk celonderdeel van de bacterie wordt beschadigd door de antibiotica?
A
celwand
B
celkern
C
cytoplasma
D
DNA

Slide 16 - Quiz

Als je te vaak antibiotica gebruikt, kunnen bacteriën er ongevoelig voor worden. Wat is het begrip voor deze ongevoeligheid?
Een bacterie is dan ...... tegen een bepaald soort antibiotica.

Slide 17 - Question ouverte

Waarom werkt antibiotica niet tegen een virus?

Slide 18 - Question ouverte

Bij een allergische reactie geven de witte bloedcellen een speciale stof af die klachten veroorzaakt zoals jeuk en benauwdheid. Hoe heet deze stof?

Slide 19 - Question ouverte

Vandaag

-Bespreken stencil 'vormen van immunisatie'
-Vervolg 9.3 

Slide 20 - Diapositive

Doelen van deze les
Je leert:
hoe je immuun wordt tegen een ziekte
hoe medicijnen helpen tegen ziekteverwekkers
waardoor iemand allergisch is
wat een auto-immuunziekte is

Slide 21 - Diapositive

Hoe helpen medicijnen tegen ziekteverwekkers?
Antibiotica bestrijdt bacteriën door de celwanden aan te tasten.
Bacteriën kunnen resistent worden --> dan werkt de antibiotica niet meer.
Dit werkt niet voor virussen 
want die hebben geen celwand.




Slide 22 - Diapositive

Opdracht
In tweetal een eigen deel lezen en begrijpen (4 minuten)
Aan elkaar uitleggen (4 minuten)
Klassikaal afronden

Slide 23 - Diapositive

In tweetallen, links:
Allergische reactie

Bestudeer bron 6 (blz. 180) en de bijbehorende tekst

Leg uit aan je buurman/vrouw
In tweetallen, rechts:
Auto-immuunziekte

Bestudeer bron 7 (blz. 182) en de bijbehorende tekst

Leg uit aan je buurman/vrouw
timer
4:00

Slide 24 - Diapositive

Waardoor is iemand allergisch?
Als je allergisch bent, dan reageert je lichaam extreem gevoelig
 --> afweerreactie

Bij allergische mensen wordt bij het 
opruimen van lichaamsvreemde 
stoffen histamine gemaakt --> allergische reactie

Slide 25 - Diapositive

Wat is een auto-immuunziekte?
Bij een auto-immuunziekte herkennen je eigen witte bloedcellen lichaamseigen cellen niet meer.

Je maakt antistoffen aan tegen eigen cellen en ruimt ze op.

Slide 26 - Diapositive

De examenvraag van vandaag
Na inenting met een mazelenvaccin ontstaat immuniteit.

Naar aanleiding van deze inenting worden twee uitspraken gedaan. 


A. Het vaccin bevat dode of verzwakte ziekteverwekkers. 
B. Deze inenting heeft actieve immuniteit tot gevolg.

Geef van elke uitspraak aan of deze juist is of onjuist

Slide 27 - Diapositive

Nu en huiswerk
Lees paragraaf 9.3
Maak van 9.3 de opdrachten 12, 14, 18, 19, 22 en 23
timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo