le 25 mars jusqu'au 29 mars 2024

Start-up
Schrijf in je schrift de volgende zinnen en vertaal ze:
1. De broer danst.
2. De zus vraagt een mobiele telefoon.
3. De nicht zingt iets.
4. Wij hebben een film gekeken,
5. De ochtend, hebben wij de neef uitgenodigd.
6. De ouders praten.
7. De middag, heb ik gezwommen(zwemmen=nager) in (in=dans) het zwembad.
8.Jullie hebben gekletst
9. Jij hebt gedanst.
10. Zij hebben gezongen.
11. Schrijf de maanden van het jaar in volgorde in het Frans op.

timer
10:00
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Start-up
Schrijf in je schrift de volgende zinnen en vertaal ze:
1. De broer danst.
2. De zus vraagt een mobiele telefoon.
3. De nicht zingt iets.
4. Wij hebben een film gekeken,
5. De ochtend, hebben wij de neef uitgenodigd.
6. De ouders praten.
7. De middag, heb ik gezwommen(zwemmen=nager) in (in=dans) het zwembad.
8.Jullie hebben gekletst
9. Jij hebt gedanst.
10. Zij hebben gezongen.
11. Schrijf de maanden van het jaar in volgorde in het Frans op.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Start-up, nakijken!
Kijk de zinnen na en verbeter jezelf:
Schrijf in je schrift de volgende zinnen en vertaal ze:
1. De broer danst. Le frère danse
2. De zus vraagt een mobiele telefoon. La soeur demande un portable
3. De nicht zingt iets. La cousine chante quelque chose
4. Wij hebben een film gekeken. Nous avons/on a regardé un film
5. De ochtend, hebben wij de neef uitgenodigd. Le matin, nous avons/on a invité le cousin.
6. De ouders praten. Les parents parlent
7. De middag, heb ik gezwommen(zwemmen=nager) in (in=dans) het zwembad. L'après-midi, j'ai nagé dans la piscine.
8.Jullie hebben gekletst. Vous avez bavardé
9. Jij hebt gedanst. Tu as dansé
10. Zij hebben gezongen. Ils/elles ont chanté
11. Schrijf de maanden van het jaar in volgorde in het Frans op. janvier, février, mars, avril, mai, juin, juillet, aout, septembre, octobre, novembre, décembre
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

On est quel jour?
Quelle est la date?
Quel temps fait-il?


À la fin du cours: 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt met klanken zoals ou, (e)au(x), ai en oi. 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt waar 'qu' in zit.
-Weet jij hoe je familieleden in het Frans kunt beschrijven

Programme
- Uitspraakworkshop
-Zelfstandig werken aan de opties die worden gegeven
-Plannen/vooruitblik komende lessen
-Lesdoelen check

Slide 3 - Diapositive

Franse woorden
in de Nederlandse taal.

Slide 4 - Carte mentale

Oi

Slide 5 - Diapositive

Toilette = twalet. Voilà = vwala. Devoirs = devwar.
Formuleer nou eens de regel voor de uitspraak van woorden waar 'oi' in zit.

Slide 6 - Question ouverte

Hoe spreek je 'croissant' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 7 - Question ouverte

Hoe spreek je 'avec toi' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 8 - Question ouverte

Ou

Slide 9 - Diapositive

Bonjour = bonzjoer. Amour = amoer.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden met 'ou'.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe spreek je 'coucou' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 11 - Question ouverte

Hoe spreek je 'bisou' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 12 - Question ouverte

Ai

Slide 13 - Diapositive

Tu aimes... = tu emm. J'ai faim = zjee fem.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden waar 'ai' in zit.

Slide 14 - Question ouverte

Hoe spreek je 'faire' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 15 - Question ouverte

Hoe spreek je 'vrai' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 16 - Question ouverte

(e)au(x)

Slide 17 - Diapositive

Cadeau = kado. Bureau = buro.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden met '(e)au(x)'.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe spreek je 'nouveaux' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 19 - Question ouverte

Hoe spreek je 'l'eau' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 20 - Question ouverte

Qu

Slide 21 - Diapositive

Quiz = kwis. Quarantaine = karantene.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden die beginnen met 'qu'.

Slide 22 - Question ouverte

Hoe spreek je 'pourquoi' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 23 - Question ouverte

Verdere planning van de les...
  • 3 omschrijvingen van 3 personen heb je af
  • Je bent aan het oefenen met je uitspraak
  • Je neemt eventueel al je filmpje op met je laptop
  • Je bent begonnen aan het keuzemenu en uiteindelijk zorg je ervoor dat je 5 pepers hebt afgerond (let op het keuzemenu wordt nog bijgewerkt met oefeningen voor H)
Vandaag is in ieder geval af:
1. Drie omschrijvingen van 3 personen
2. Geoefend met de uitspraak
3. Definitieve versie van je stamboom

Slide 24 - Diapositive

Planning & deadlines
22 maart deadline 1 --> stamboom inleveren + 1 omschrijving van persoon inleveren in Itslearning
25 maart tot en met 29 maart (in de les of thuis bij GEEN LES) deadline 2 --> 3 omschrijvingen zijn klaar, oefenen met uitspraak. Het huiswerk vóórdat je de les in komt heb je het volgende gedaan/geleerd:





29 maart deadline 3 --> je levert je filmpje in met daarin de presentatie van je stamboom en de 3 personen die je omschrijft
1 april tot en met 5 april (in de les of thuis bij GEEN LES): je leert: vocabulaire A, B, E(blz.40-41 WB B) en Grammaire D(blz.43 WB B)

Slide 25 - Diapositive

Retour au but d'apprentissage
Aan het einde van de les kan ik familieleden in het Frans omschrijven


Slide 26 - Diapositive

Retour au but d'apprentissage
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt met klanken zoals ou, (e)au(x), ai en oi.
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt waar 'qu' in zit.

Slide 27 - Diapositive