Frans chapitre 2 - week 6 - les 2: uitspraak

Semaine 6 - cours 2
À la fin du cours: 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt met klanken zoals ou, (e)au(x), ai en oi. 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt waar 'qu' in zit. 
 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Semaine 6 - cours 2
À la fin du cours: 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt met klanken zoals ou, (e)au(x), ai en oi. 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt waar 'qu' in zit. 
 

Slide 1 - Diapositive

Informatie over de luistertoets
  • Vindt plaats na toets ho. 3 (in mei) 
  • Leerstof: woorden en zinnen van ho. 1, 2 en 3. 
  • Je moet de vertaling en uitspraak kennen. 

Slide 2 - Diapositive

Franse woorden
in de Nederlandse taal.

Slide 3 - Carte mentale

Oi

Slide 4 - Diapositive

Toilette = twalet. Voilà = vwala. Devoirs = devwar.
Formuleer nou eens de regel voor de uitspraak van woorden waar 'oi' in zit.

Slide 5 - Question ouverte

Hoe spreek je 'croissant' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 6 - Question ouverte

Hoe spreek je 'avec toi' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 7 - Question ouverte

Ou

Slide 8 - Diapositive

Bonjour = bonzjoer. Amour = amoer.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden met 'ou'.

Slide 9 - Question ouverte

Hoe spreek je 'coucou' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe spreek je 'bisou' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 11 - Question ouverte

Ai

Slide 12 - Diapositive

Tu aimes... = tu emm. J'ai faim = zjee fem.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden waar 'ai' in zit.

Slide 13 - Question ouverte

Hoe spreek je 'faire' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 14 - Question ouverte

Hoe spreek je 'vrai' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 15 - Question ouverte

(e)au(x)

Slide 16 - Diapositive

Cadeau = kado. Bureau = buro.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden met '(e)au(x)'.

Slide 17 - Question ouverte

Hoe spreek je 'nouveaux' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe spreek je 'l'eau' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 19 - Question ouverte

Qu

Slide 20 - Diapositive

Quiz = kwis. Quarantaine = karantene.
Formuleer de regel voor de uitspraak van woorden die beginnen met 'qu'.

Slide 21 - Question ouverte

Hoe spreek je 'pourquoi' uit? Probeer het te typen zoals je het zou uitspreken.

Slide 22 - Question ouverte

Semaine 6 - cours 2
À la fin du cours: 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt met klanken zoals ou, (e)au(x), ai en oi. 
- Weet jij hoe je woorden uitspreekt waar 'qu' in zit. 

Slide 23 - Diapositive

Ik heb de doelen behaald
Ja
Nee

Slide 24 - Sondage