les 21 maart

• NT2
• ISK

Welkom bij de Nederlandse les! 

programma 21 maart 2025

9.00 - 9.10   welkom en praktische zaken ​

​9.10 – 10.30

-  Evaluatie Wereldmuseum

- Slotopdrachten Thema 3

- Oefenen gesprekken voeren met de huisarts

10.30 - 10.45 Pauze

​​10.45 - 11.45 

- Toets

- LINK

11.45 - 12.00 evaluatie les

​

afspraken

We zetten onze telefoon op stil tijdens de les.​

We komen op tijd naar de les.​

We praten altijd Nederlands in de les.​

We nemen oortjes mee naar de les.​

We luisteren goed naar elkaar.​

We doen actief mee met de oefeningen.​

We hebben respect voor elkaar.​

We bespreken persoonlijke dingen met de docent in de pauze of na de les.​

 We laten via de appgroep weten als we ziek zijn.

leerdoelen

• Ik kan  lichaamsdelen en organen benoemen.
• Ik kan een gesprek voeren met de huisarts.

lichaamsdelen

Hoofd

Gezicht

Ogen

Oren

Neus

benen

Kaak

Organen

Darmen

Hart

Hersenen

Huid

Lever

Longen

Oor

Skelet

Slokdarm

Spieren

Urineblaas

www.bing.com

huisarts

✅ Goedemorgen, wat kan ik voor u doen?

✅ Waar heeft u last van?

✅ Waar heeft u pijn?

✅ Sinds wanneer heeft u klachten?

✅ Heeft u nog andere klachten?

✅ Heeft u iets bijzonders gedaan waardoor de pijn is begonnen?

✅ Ik ga even kijken. Doet dit pijn?

✅ Ik ga even kijken.

✅ Ik heb pijn aan mijn knie.

✅ Sinds drie dagen doet mijn rug pijn.

✅ Mijn arm doet pijn als ik hem beweeg.

✅ Ik ben gevallen en nu is mijn enkel dik.

De huisarts geeft advies, bijvoorbeeld:

✅ U moet rust nemen en niet te veel bewegen.

✅ Ik geef u een recept voor pijnstillers.

✅ U moet naar het ziekenhuis voor een röntgenfoto.

✅ Smeer hier een zalf op en kom volgende week terug.

de Patiënt

✅ Ik heb pijn aan mijn knie.

✅ Sinds drie dagen doet mijn rug pijn.

✅ Mijn arm doet pijn als ik hem beweeg.

✅ Ik ben gevallen en nu is mijn enkel dik.

advies

✅ U moet rust nemen en niet te veel bewegen.

✅ Ik geef u een recept voor pijnstillers.

✅ U moet naar het ziekenhuis voor een röntgenfoto.

✅ Smeer hier een zalf op en kom volgende week terug.

De verleden tijd van het werkwoord kunnen is:

Ik kon

Jij kon

Hij/Zij/U kon

Wij konden

Jullie konden

Zij konden

www.lessonup.app

www.pharos.nl

link

• maken toets thema 7
• grammatica thema 7
• oefenen.nl

Puspa en Nasria: De de Taak, Thema 3, taak 3. 

Ik kan iets vertellen over een voorwerp dat belangrijk is voor mij.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan informatie vragen en begrijpen over de huisartsenpraktijk.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb een persoonlijk leerdoel geformuleerd.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zinnen maken met het werkwoord kunnen.

😒🙁😐🙂😃

Ik wil nog oefenen met: