Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
(Deel van) Diagnostische toets H3 en H4
Balans opstellen/ balans mutaties
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Balans opstellen/ balans mutaties
Slide 1 - Diapositive
Welke mutaties vinden er plaats?
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
A
Debiteuren +€14.200, Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800 Geen verandering W&V
B
Debiteuren -€14.200, Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200 Geen verandering W&V
D
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800 W&V: kosten: €9.400; omzet: €14.200
Slide 2 - Quiz
Welke mutaties vinden er plaats?
Betaald per kas diverse kosten €2.200.
A
Kas -€2.200 Eigen vermogen -€2.200 W&V: Kosten: €2.200
B
Kas -€2.200 Kosten +€2.200 op de balans en W&V
C
Kas -€2.200 Vreemd vermogen +€2.200
D
Kas +€2.200 Kosten -€2.200
Slide 3 - Quiz
Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Ontvangen per bank van debiteuren €6.400.
A
Debiteuren -€6.400 Kas -€6.400
B
Debiteuren +€6.400 Bank +€6.400
C
Debiteuren -€6.400 Bank +€6.400
D
Debiteuren +€6.400 Kas -€6.400
Slide 4 - Quiz
Mutatie: Verkoop goederen (€ 9400) op rekening (€ 14.200)...
A
Voorraad goederen -€ 9400
B
Debiteuren + € 14.200
C
Kas + € 14.200
D
Eigen Vermogen + € 4.800
Slide 5 - Quiz
Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
A
Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000
Slide 6 - Quiz
Heb je vertrouwen in de toets?
A
Makkelijk
B
Zes is prima
C
Rond de vijf
D
Ben er bang voor
Slide 7 - Quiz
Wat voor een belasting betaald een VOF en eenmanszaak
A
Inkomstenbelasting
B
Vennootschapsbelasting
C
Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
D
Geen belasting
Slide 8 - Quiz
Wat is een verschil tussen een stichting en een bv?
A
Een stichting heeft geen doel, een bv wel.
B
Het doel van een bv is meestal (maximale) winst, het doel van een stichting is niet-commercieel.
C
Een bv is geen rechtspersoon, een stichting is dat wel.
D
Een stichting is geen rechtspersoon, een bv is dat wel.
Slide 9 - Quiz
Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?
A
CV
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak
Slide 10 - Quiz
Onder welke categorie valt een debiteur?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa
Slide 11 - Quiz
Welke stelling klopt niet ?
A
een balans is altijd in evenwicht
B
een balans is een momentopname
C
heeft een debetzijde en een creditzijde
D
wordt altijd opgemaakt op 31 december
Slide 12 - Quiz
Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang
vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)
Slide 13 - Question de remorquage
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
A
Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000
Slide 14 - Quiz
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Als:
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
A
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
B
Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
D
Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen-€4.800
Slide 15 - Quiz
Omzet : afzet =
A
brutowinst
B
nettowinst
C
verkoopprijs
D
inkoopwaarde
Slide 16 - Quiz
De brutowinst is €500; de nettowinst is €200. Hoe groot zijn de overige kosten?
A
€700
B
Kun je niet uitrekenen met deze gegevens
C
€300
D
€100
Slide 17 - Quiz
Omzet =
A
afzet x consumentenprijs
B
afzet x inkoopprijs
C
afzet x verkoopprijs
D
afzet x btw
Slide 18 - Quiz
Omzet : afzet =
A
brutowinst
B
nettowinst
C
verkoopprijs
D
inkoopwaarde
Slide 19 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
BDV Terra: samenvatting alle lessen BDV
Juin 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Balansmutaties en opstellen balans
Septembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
Quizvragen Balans H5V6
Octobre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
De balans
Septembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Bedrijfsadministratie
MBO
Studiejaar 1
5.4 deel 1 Winst en verliesrekening
Août 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
h5 herhalen balansmutaties
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3.1 De balans 4 havo
Septembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
2020 H4BE Bedrijf Starten H2
Mars 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4