7.1 geluid maken en ontvangen

Hoofdstuk 7 Geluid
Paragraaf 7.1 Geluid maken en horen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Geluid
Paragraaf 7.1 Geluid maken en horen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Geluidsbronnen noemen.
Weten dat een tussenstof nodig is voor geluid.
Berekeningen met de geluidssnelheid maken met de formule
s = vgem x t

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis
Is je al eens iets opgevallen hoe je het geluid klonk onder water in een zwembad ?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Geluidsbronnen
                                                     Geluid ontstaat door trillingen van een                                           geluidsbron. Zoals stembanden,
                                                    gitaarsnaren, de conus v.e luidspreker

Slide 5 - Diapositive

Van geluidsbron naar oor
Om geluid te horen is nodig: 
- een geluidsbron (b.v. stembanden)
- een tussenstof (lucht, steen, water)   
-  een ontvanger (oor, microfoon)

Slide 6 - Diapositive

Geluidssnelheid
De snelheid van geluid door lucht is 340 m/s (bij 20°C)

Slide 7 - Diapositive

De geluidsnelheid door gassen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Vuistregel afstand onweer
Tel de seconden tussen bliksem en onweer en deel door 3.
Je hebt dan de afstand in km

Het onweer was 1,5/3 = 0,5 km verwijderd.

Slide 10 - Diapositive

Formule om de afstand  van geluid uit te rekenen:
s = vgel x t

s = afstand (m)
vgel = geluidssnelheid (m/s)
t = tijd (s)

Slide 11 - Diapositive

v.b. onweer
Er zit zes seconden tussen de tijd van het zien van de bliksem en het
horen van de donder. Hoe ver is het onweer verwijderd als het 20°C is ? 

Slide 12 - Diapositive

Geg:      vgel= 343 m/s
               t = 6 s
Gevr:     s
Opl:       s = vgel x t
               s = 343 x 6 ⟹ s = 2058 m

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

v.b. 2
Je slaat met een hamer op een stalen rails van 100 m lang.
De geluidssnelheid door staal is 5,1 km/s.
Hoe lang duurt het voordat het geluid hierdoor heen is gegaan ?

Slide 15 - Diapositive

Geg:     s = 100 m
             vgel = 5100 m/s
Gevr:    t
Opl:      t = s : vgel
              t = 100 : 5100
              t= 0,020 s


Slide 16 - Diapositive

Nut van het lesdoel
Begrijpen en berekenen waarom het soms even duurt voordat je iets hoort.
Hogere cijfers voor je toets/examen want er zitten vrijwel altijd opdrachten in met s = v x t

Slide 17 - Diapositive

Controle van het lesdoel v.b 1
Er zit 3 s tussen een flits en donder bij onweer. 
Bereken de afstand tot het onweer. 
Het is 0°C


Slide 18 - Diapositive

v.b. 1
s = v x t 
s = 332 x 3 
s= 996 m
Met vuistregel: 3/1 = 1 km

Slide 19 - Diapositive

V.b.2 Controle van begrip

Slide 20 - Diapositive

v.b. 3

Slide 21 - Diapositive

v.b 4

Slide 22 - Diapositive

controle van lesdoel v.b. 5
 Je schreeuwt en hoort na 5 s via een berg je echo. Bereken de afstand van jou tot de berg.
Het is 20°C.

Slide 23 - Diapositive

V.b. 5
Geg:     vgel = 343 m/s
               t = 5 s
Gevr:    s 
Opl:      s = vgel x t = 343x 5 
               s = 1715 m (heen en terug)
               s = 1715 : 2 = 858 m (afstand tot berg)

Slide 24 - Diapositive