Tweetallen vormen:Eén persoon is de fotograaf, de ander het model.
Kies een emotie:
De student die op de foto gaat, kiest een emotie die bij hem/haar past of die hij/zij goed kan uitbeelden (bijv. blij, boos, gefrustreerd, trots, onzeker, enthousiast).
Vastleggen:
De fotograaf maakt een foto waarin deze emotie goed zichtbaar is.
Non-verbale communicatie (gezichtsuitdrukking, lichaamshouding, houding van handen/armen) moet de emotie versterken.