Les 10 - 24012025 - verbale en nonverbale communicatie

WELKOM KLAS 5!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM KLAS 5!

Slide 1 - Diapositive

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Diapositive

Startklaar
  • Jassen uit.
  • Oordopjes uit.
  • Kauwgom uit. 
  • Telefoon in zakkie in je tas.
  • Tas onder je tafel.
  • Ga op je plek zitten.

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • In gesprek over de verwelkoming.
  • Filmpje bekijken aan de hand van kijkvagen.
  • Theorie formele en informele communicatie.
  • Opdracht casussen maken.
  • Nabespreken opdracht.
  • Opdracht rollenspel.
  • Nabespreken opdracht.
  • Opdracht invulzinnen.
  • Nabespreken opdracht. 
  • Terugblikken lesdoelen en les.
  • Afsluiting les.

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Na de les kan ik uitleggen wat non-verbale communicatie is. 
  • Na de les kan ik voorbeelden geven van non-verbale communicatie.
  • Na de les kan ik non-verbale communicatie toepassen in de juiste situatie.
  • Na de les kan ik non-vebale communicatie herkennen en deze benoemen. 

Slide 5 - Diapositive

Denken Duo Delen
Wat weet je over verbale en non-verbale communcatie?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Kijkvragen:
  • Wat gebeurd er in het filmpje?
  • Wat voor soort communicatie wordt er gebruikt in het filmpje?
  • Hoe kun je zien dat deze vorm van communicatie wordt gebruikt?
  • Welke signalen of emoties zag je in het filmpje?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Kijkvragen:
  • Wat gebeurd er in het filmpje?
  • Wat voor soort communicatie wordt er gebruikt in het filmpje?
  • Hoe kun je zien dat deze vorm van communicatie wordt gebruikt?
  • Welke signalen of emoties zag je in het filmpje?

Slide 9 - Diapositive

Verbale en non-verbale communicatie.
Verbale communicatie is het communiceren met woorden. Dit kan door te praten of te schrijven. Bijvoorbeeld, als je tegen iemand zegt "Hoe gaat het?" of als je een brief schrijft, gebruik je verbale communicatie.

Non-verbale communicatie is communiceren zonder woorden. Dit kan door lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, gebaren, oogcontact of zelfs de toon van je stem. Bijvoorbeeld, als je glimlacht naar iemand of je armen over elkaar slaat, communiceer je iets zonder woorden te gebruiken.

Slide 10 - Diapositive

Non-verbale communicatie.
Non-verbale communicatie is communicatie zonder woorden, waarbij lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en andere signalen een belangrijke rol spelen. Hier zijn verschillende vormen van non-verbale communicatie:
1. Lichaamstaal:
Houding: De manier waarop iemand staat of zit, kan veel zeggen over de gemoedstoestand. Bijvoorbeeld, een open houding kan vertrouwen of interesse uitstralen, terwijl een gesloten houding (armen over elkaar) afstand of ongemak kan betekenen.
Bewegingen: Handgebaren, hoofdbewegingen of lichaamsschudden kunnen boodschappen overbrengen. Het opsteek van een hand kan bijvoorbeeld een teken zijn van verlangen om iets te zeggen.

 

Slide 11 - Diapositive

Non-verbale communicatie.
2. Gezichtsuitdrukkingen:
Emoties zoals geluk, verdriet, boosheid of verbazing worden vaak gecommuniceerd via gezichtsuitdrukkingen. Bijvoorbeeld, een glimlach wijst op vriendelijkheid of tevredenheid, terwijl een frons kan wijzen op verwarring of irritatie.

 3. Oogcontact:
Oogcontact kan veel betekenis hebben. Lang oogcontact kan interesse of affectie tonen, terwijl het vermijden van oogcontact vaak wordt geassocieerd met ongemak of onzekerheid. De frequentie en duur van oogcontact kunnen ook culturele verschillen vertonen.

Slide 12 - Diapositive

Non-verbale communicatie.
4. Gebaren:
Gebaren met de handen, zoals het geven van een duim omhoog of het wijzen, zijn veel voorkomende manieren om iets te communiceren zonder woorden. In sommige gevallen kunnen gebaren specifieke culturele betekenissen hebben, zoals het "vrede-teken" met twee vingers.
5. Ruimtegebruik (Proxemics):
De afstand die je bewaart tussen jezelf en anderen kan ook een boodschap overbrengen. Te dichtbij staan kan als opdringerig worden ervaren, terwijl te ver weg staan als afstandelijk kan worden geïnterpreteerd.

Slide 13 - Diapositive

Non-verbale communicatie.
6. Lichaamsbewegingen (Kinetics)
Deze omvatten bewegingen van het lichaam, zoals het schudden van het hoofd (bijvoorbeeld "nee"), het knikken (bijvoorbeeld "ja"), of zelfs een draaiing van het lichaam die kan aangeven hoe geïnteresseerd of betrokken iemand is.

7. Stilte:
Niet spreken is ook een vorm van non-verbale communicatie. Stilte kan ongemak, bedachtzaamheid of zelfs samenzweerderigheid uitdrukken. Het kan ook als een krachtig middel worden gebruikt om iets te benadrukken of een reactie af te wachten.

Slide 14 - Diapositive

Non-verbale communicatie.
8. Stemming door kleding en uiterlijk:
De manier waarop iemand zich kleedt en verzorgt kan non-verbaal communiceren hoe ze zich voelen of hoe ze zichzelf willen presenteren. Formele kleding kan bijvoorbeeld autoriteit uitstralen, terwijl casual kleding kan aangeven dat iemand zich comfortabel voelt of informeel is.

9. Stemgebruik (Paralinguïstiek):
Dit omvat de toon, het volume en de snelheid van iemands stem. De manier waarop iemand iets zegt (bijvoorbeeld met een zachte of harde stem, langzaam of snel) kan emoties of de ernst van de boodschap overbrengen.

Slide 15 - Diapositive

Non-verbale communicatie.
10. Huidcontact:
Fysieke aanraking, zoals een handdruk, knuffel of schouderklopje, kan empathie, steun, of zelfs dominantie communiceren, afhankelijk van de situatie en de relatie tussen de mensen.

Non-verbale communicatie is vaak krachtiger dan verbale communicatie, omdat het gevoelens en boodschappen vaak directer en visueler overbrengt. Het speelt een grote rol in het begrijpen van anderen, zelfs zonder woorden.

Slide 16 - Diapositive

Opdracht: Observeren van non-verbale communicatie
Tijd: 20 minuten.

Wie:  Viertallen.

Hoe: Elkaar observeren aan de hand van een observatielijst.
 
Hulp: Je krijgt van de docent een observatielijst.

Klaar: Laat aan de docent weten dat je klaar bent en zij verteld wat je verder kan doen. 

Wat: 2 leerlingen gaan met elkaar een gesprekje voeren. De andere twee leerlingen observeren beide leerlingen aan de hand van een observatielijst op hun non-verbale communicatie. 
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Opdracht: Non-verbale communicatie uitbeelden
Tijd: 20 minuten
Wie: Viertallen
Hoe: Je gaat verschillende non-verbale communicatie uitbeelden zonder te praten.
Hulp: Je krijgt van de docent kaartjes met verschillende non-verbale communicatie erop.
Klaar: Laat aan de docent weten dat je klaar bent en zij verteld wat je verder kan doen. 
Wat: Maak twee teams. De docent geeft elk team kaartjes met verschillende non-verbale communicatie (zoals houding, gebaren, gezichtsuitdrukkingen, enz.). Eén speler van het team kiest een kaartje en moet de non-verbale communicatie uitbeelden zonder te praten. Het andere team raadt wat de speler aan het uitbeelden is.Als het team het goed raadt, krijgt het team een punt.
timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

Opdracht: Koppelen van non-verbale communicatie
Tijd: 15 minuten
Wie: In tweetallen

Hoe: Je gaat plaatjes van non-verbale communicatie koppelen aan de juiste uitdrukking/ emotie/ communicatie

Hulp: Je krijgt van de docent plaatjes en kaartjes met daarop verschillende non-verbale communicatie.
Klaar: Laat aan de docent weten dat je klaar bent en zij verteld wat je verder kan doen.

Wat: Je gaat in tweetallen alle plaatjes bekijken en deze koppelen aan het kaartje met daarop de naam van de non-verbale communicatie.Bespreek/ discussiër met elkaar waarom jij denkt dat het bij elkaar past. 
timer
15:00

Slide 19 - Diapositive

Terugblikken op de les en leerdoelen:

Slide 20 - Diapositive

Denken Duo Delen
Wat weet je NU over verbale en non-verbale communicatie?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Na de les kan ik uitleggen wat non-verbale communicatie is.
  • Na de les kan ik voorbeelden geven van non-verbale communicatie.
  • Na de les kan ik non-verbale communicatie toepassen in de juiste situatie.
  • Na de les kan ik non-vebale communicatie herkennen en benoemen. 

Slide 22 - Diapositive

Leerdoelenkaart:
  1. Pak je map en je leerdoelenkaart erbij. 
  2. Lees de kaart goed door.
  3. Welke leerdoelen heb je al behaald?
  4. Zet een kruisje bij de leerdoelen die je hebt behaald.
  5. Zet de leerdoelenkaart in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Slide 23 - Diapositive

Wat vond ik van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Vandaag heb ik geleerd:

Slide 25 - Carte mentale