bijvoeglijk naamwoord

Startopdracht
Wat voor woord is het. Kies uit aanwijzend, vragend of onbepaald voornaamwoord
Er kwam ene Jansen aan de deur die ons niets wilde verkopen. 
Wat vind je van die opmerkingen?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Startopdracht
Wat voor woord is het. Kies uit aanwijzend, vragend of onbepaald voornaamwoord
Er kwam ene Jansen aan de deur die ons niets wilde verkopen. 
Wat vind je van die opmerkingen?

Slide 1 - Diapositive

Doel
Ik leer een (stoffelijke) bijvoeglijk naamwoord juist te spellen.
Ik leer woorden met g, gg en ch juist te spellen. 

Slide 2 - Diapositive

Deze les
herhaling spelling hoofdstuk 4
Uitleg bijvoeglijk naamwoord
opdrachten maken

Slide 3 - Diapositive

herhaling vorige hoofdstuk spelling

Slide 4 - Diapositive

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 5 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
dictees
B
dictee's

Slide 6 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pianos
B
piano's

Slide 7 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garages
B
garage's

Slide 8 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



bikini
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 9 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 10 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
geen meervoud

Slide 11 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud

Slide 12 - Quiz

H5 Spelling: bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. De meeste bijvoeglijke naamwoorden ?hebben twee vormen: een korte vorm en een lange vorm

Zo spel je de lange vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Zet een -e achter het woord. Klein --> kleine, sterk --> sterke, mager --> magere
Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden moet je ook: 
- de laatste letter verdubbelen: fris -frisse, tof - toffe
- een a, e, o of u weghalen: laag - lage, rood -rode
- een f in een v veranderen: gaaf - gave, doof -dove
- een s in een z veranderen: vies - vieze, grijs - grijze


Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden hebben geen korte of lange vorm.
Ze eindigen meestal op -en: houten, blikken, zijden(maar fleece deken, plastic bekers).

Sommige bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met een deelteken of trema. ?Zo voorkom je dat het woord verkeerd wordt uitgesproken. Bv. officiële, reële.

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
Maak opdracht:
1
2
3 (samenwerken)
5

Slide 14 - Diapositive