Het is mogelijk dat ze een bericht heeft gezonden, maar ik weet het niet (speculeren over gebeurtenissen in het verleden)
May/might/could have wordt altijd gevolgde door een voltooid deelwoord (3e rijtje onregelmatig of + ed)
Slide 5 - Diapositive
May / might not have (niet met could!)
E.g. She may/might not have had her phone with her.
Het is mogelijk dat ze de telefoon niet bij zich heeft, maar je weet het niet. (speculeren over gebeurtenissen in het verleden maar dan in negatieve zin)
May/might have not wordt altijd gevolgd door een voltooid deelwoord (3e rijtje onregelmatig of + ed)
Slide 6 - Diapositive
can't / couldn't have + volt dlw
E.g. You can't / couldn't have seen the new Batman film. It isn't out yet
Het is niet mogelijk dat je de film gezien hebt (logische beredeneringen)
Can't/couldn't have wordt altijd gevolgd door een voltooid deelwoord (3e rijtje onregelmatig of + ed)
Slide 7 - Diapositive
must have + volt dlw
E.g. You must have seen the new Batman film.
Dat is de enige logische uitleg (logische beredeneringen)
Must have wordt altijd gevolgd door een voltooid deelwoord (3e rijtje onregelmatig of + ed)
Slide 8 - Diapositive
should / shouldn't have + volt dlw
E.g. You shouldn't have phoned me so late. I was asleep.
Je bekritiseert gebeurtenissen in het verleden
Should / shouldn't have wordt altijd gevolgd door een voltooid deelwoord (3e rijtje onregelmatig of + ed)
Slide 9 - Diapositive
Wat hebben al deze modals?
Have
Voltooid deelwoord
Slide 10 - Diapositive
You look freezing. You ........ worn a coat
A
should have
B
might not have
C
could have
Slide 11 - Quiz
Ask that question again; the teacher.....heard you.
A
shouldn't have
B
mustn't have
C
couldn't have
Slide 12 - Quiz
I can't remember when I last saw you. Maybe it was last April, or it .......been in the summer.
A
might have
B
must have
C
can't have
Slide 13 - Quiz
Let's continue on with 5E
Open your book on page 57 and read assignment 2 together in class and answer the question
- Grammar explanation Adjective + prepositions
- finish assignments 5+6 page57
Slide 14 - Diapositive
Adjective followed by a fixed preposition
Veel bijvoeglijke naamwoorden hebben een vast voorzetsel in het Engels. Dit is uit je hoofd leren!
VB: to be obsessed with / sensitive to something etc.
Slide 15 - Diapositive
Lijst met vaste voorzetsels
Doe opdracht 3 + 5+6 op blz. 57 SB
Zet de woorden van deze opdrachten in je schrift en maak er een gekleurd kader omheen. Deze moet je zeker uit je hoofd leren!