Leesvaardigheid 3.2

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Ik kan de begrippen 'amuseren', 'informeren', 'instrueren' en 'overtuigen' en 'activeren' uitleggen

Ik kan de tekstdoel van een tekst bepalen

Ik weet wat ik kan verwachten van de leestoets

Terugblik tekstdoel en tekstsoort

Nederlands

Oefentoets maken

opdr. 1 t/m 5

Hebben we alle doelen behaald?

Inchecken

Het doel van vorige les was:

Ik kan de begrippen 'amuseren', 'informeren', 'instrueren' en 'overtuigen' en 'activeren' uitleggen

Ik kan de tekstdoel van een tekst bepalen

Theorie deze les

Vorige les leerden we 5 tekstdoelen: amuseren, informeren, instrueren, overtuigen en activeren.

Amuseren

Bij het tekstdoel amuseren wilt de schrijver dat je je vermaakt.

Voorbeelden:

1. verhaal

2. mop

3. stripverhaal

Informeren

Bij het tekstdoel informeren wilt de schrijver dat je iets te weten komt.

Voorbeelden:

1. nieuwsbericht

2. schoolboek

3. verslag

Instrueren

Bij het tekstdoel instrueren wilt de schrijver dat je leert over hoe je iets moet doen.

Voorbeelden:

1. gebruiksaanwijzing

2. recept

3. spelregels

Overtuigen

Bij het tekstdoel overtuigen wilt de schrijver dat je zijn/haar mening overneemt.

Voorbeelden:

1. recensie

2. column

3. ingezonden brief

Activeren

Bij het tekstdoel activeren wilt de schrijver dat je iets wel of niet gaat doen.

Voorbeelden:

1. advertentie

2. advies

3. flyer

Aan de slag:

Oefen leestoets 

Maak nu opdracht: 1 t/m 5

Klaar? Zelf nakijken

Daarna mag je iets voor jezelf doen 

Donald Duck, tekenen, lezen...

Boek uitzoeken

lezenvoordelijst.nl --> naar de niveautest 12-15 jaar

Lezen