Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Quiz Thema Criminaliteit
Hoe goed ben jij voorbereid op de laatste toets?
Slide 1 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van plaatsgebonden criminaliteit?
Slide 2 - Question ouverte
Angst is een voorbeeld van...
A
Materiële gevolgen van criminaliteit
B
Immateriële gevolgen van criminaliteit
Slide 3 - Quiz
Je bent een crimineel als je een misdrijf hebt gepleegd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf?
Slide 5 - Question ouverte
Je bent asociaal als je...
A
Geen rekening houdt met anderen
B
Een wetsregel overtreedt
Slide 6 - Quiz
Wat voor soorten straffen kan de rechter geven?
Slide 7 - Question ouverte
Carmen gaat nauwelijks naar school. Uit vervelend steelt en vernielt ze dingen
Gister is Isa haar telefoon gestolen. Ze pakt zomaar een telefoon uit de bak met gevonden voorwerpen
Yarno weet dat er geen camera's hangen bij de BasicFit en steelt oordopjes uit iemand zijn jas
Als de docent de ouders van Evan bellen, maakt het de ouders niet zoveel uit dat Evan heeft gespijbeld. Ze vinden dat hij niet na hoeft te blijven op school
Spijbelen en schooluitval
Minder strenge normen en waarden
Weinig controle
Slechte opvoeding
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is het doel van straffen als een kinderlokker opgesloten wordt?
A
Afschrikken
B
Veiligheid in de samenleving
C
Wraak
D
Leren van zijn fout
Slide 9 - Quiz
Wat is het doel van straffen als iemand na het spuiten van graffiti, het zelf moet schoonmaken met een taakstraf?
A
Afschrikken
B
Veiligheid in de samenleving
C
Wraak
D
Leren van zijn fout
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil tussen preventie en repressie?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘criminaliteit’?
A
Asociaal gedrag waar andere mensen last van hebben.
B
Alle overtredingen van wetsregels.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Alle overtredingen van wetsregels waarbij materiële of niet-materiële schade is ontstaan.
Slide 12 - Quiz
Als je …………………, krijg je geen strafblad. Welke woorden zijn weggelaten?
A
Geweld gebruikt.
B
Een inbraak pleegt.
C
Een misdrijf begaat
D
Een overtreding begaat.
Slide 13 - Quiz
Een rechtsstaat is een land waar:
A
de rechters de belangrijkste beslissingen nemen.
B
de rechten van verdachten en gevangenen in wetten geregeld zijn.
C
de rechters de rechten van gevangenen en verdachten bepalen.
D
de politie zich niet aan de wet hoeft te houden.
Slide 14 - Quiz
Een voorbeeld van niet-materiële schade is:
A
's avonds niet alleen over straat durven.
B
een beschadigde fiets
C
een opengebroken auto.
D
een extra slot op de achterdeur.
Slide 15 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Groepsdruk speelt vooral mee bij criminaliteit onder jongeren. 2. Bij vechtpartijen speelt alcohol een belangrijke rol.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 16 - Quiz
In een grote stad is de criminaliteit hoger dan in een dorp. Maar in een dorp is ………………….. groter dan in een stad. Welke woorden zijn weggelaten?
A
het alcoholgebruik.
B
de pakkans.
C
de schooluitval.
D
de groep spijbelaars.
Slide 17 - Quiz
Wat mag de politie niet doen om een misdrijf op te lossen?
A
Fouilleren.
B
Verhoren.
C
Taakstraf geven.
D
Arresteren.
Slide 18 - Quiz
Na de arrestatie van een verdachte schrijft de politie een verslag van de zaak: het proces-verbaal. De politie stuurt dit verslag door naar:
A
De officier van Justitie
B
De rechter
C
De verdachte
D
Halt
Slide 19 - Quiz
Devlin heeft een maatje – de 26-jarige ‘kleine Sem’ – die ook wel eens wat pikt. ‘Kleine Sem’ wordt opgepakt na een onhandige poging om een kratje bier te stelen. Hij komt bij de officier van justitie, die hem vertelt: “Zo jongen, ik heb het proces-verbaal bekeken en ik stel een schikking voor.” Wat moet ‘kleine Sem’ nu doen?
A
De cel in.
B
Naar Halt.
C
Naar de rechtbank.
D
Een boete betalen.
Slide 20 - Quiz
Welke combinatie is juist?
A
Politie - verdachte verdedigen.
B
Verdachte - aanklacht voorlezen.
C
Officier van justitie - het proces-verbaal schrijven.
D
Rechter - straf bepalen.
Slide 21 - Quiz
Welke theorie herken je? “ […] Ik ben voor mijn laatste straf vier maal moeten verschijnen maar acht maal veroordeeld. Vier maal door de rechtbank en vier maal door de pers. Zodat het kleinste kind in ’t stadje waar ik vandaan kom met de vinger na kan wijzen.” Bron: Rijksen, 1961, p. 39.
A
Bindingstheorie.
B
Anomietheorie.
C
Etikketeringstheorie.
Slide 22 - Quiz
Hoe noem je een oproep om naar de rechtbank te komen?
A
Een proces-verbaal.
B
Een dagvaarding.
C
Een schikking.
D
Seponeren.
Slide 23 - Quiz
3. Een politicus moet voor de rechtbank verschijnen. De minister wil dat de zaak niet doorgaat en belt de OvJ. Kan dit ?
A
Ja, pas sinds 2005
B
Nee, vanwege vriendjespolitiek
C
Ja, de regering is de hoogste macht
D
Nee, vanwege trias politica
Slide 24 - Quiz
CELSTRAF VOOR DRENTSE KINDERPORNOVERZAMELAAR
Voor het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno heeft de rechtbank in Assen een man uit Zuidwolde veroordeeld tot 30 maanden celstraf, waarvan 10 voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar. Hoeveel maanden moet de man de cel in?
A
30 maanden
B
10 maanden
C
20 maanden
D
5 jaar
Slide 25 - Quiz
Preventie of repressie? Twee jongeren hebben een taakstraf gekregen voor het verspreiden van een naaktfoto van een klasgenoot.
Preventie of repressie?
Twee jongeren hebben een taakstraf gekregen voor het verspreiden van een naaktfoto van een klasgenoot.
A
Preventie
B
Repressie
Slide 26 - Quiz
Preventie om criminaliteit te bestrijden hoort vooral bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen
Slide 27 - Quiz
Een kenmerk van een maatschappelijk probleem is dat het veel voorkomt in het nieuws en de media. Wat zijn de 3 andere kenmerken van een Maatschappelijk probleem?
Slide 28 - Question ouverte
Wat vond jij de meest bijzondere gebeurtenis/ foto in de media van dit jaar?
Slide 29 - Question ouverte
Welk cijfer wil je halen de laatste toets maatschappijleer?
Slide 30 - Sondage
Hoeveel tijd heb je tot nu toe thuis besteed aan maatschappijleer?
Slide 31 - Sondage
Met welk cijfer denk je gemiddeld te staan?
Onvoldoende
6
7
8
9
10
Slide 32 - Sondage
Hoe heb je het afgelopen jaar maatschappijleer ervaren?