Een woordenboek gebruiken

Hoe gebruik je een woordenboek?
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-6

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe gebruik je een woordenboek?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je in een woordenboek?

  • De betekenis van een woord;
  • De spelling van een woord;
  • Het woordgeslacht (mannelijk/vrouwelijk);
  • De betekenissen van uitdrukkingen;
  • De uitspraak van een woord.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed om te weten...
  1. De woorden staan op alfabetische volgorde.
  2. Sommige woordenboeken hebben het alfabet aan de zijkant staan.
  3. Gebruik de gidswoorden boven aan de pagina. Deze geven het eerste woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je sneller zoeken naar het trefwoord
  4. Bij een trefwoord vind je soms meerdere betekenissen. 
  5. Op de plek van het ~teken kun je het opgezochte woord invullen. Zo ontstaat een samenstelling of een zin. Hierna volgt de betekenis. Soms wordt een nieuwe betekenis met een vetgedrukt nummer aangegeven.
  6. Lees het hele stukje en kies welke vertaling passend is. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?
A
magazine, livre, journal
B
livre, journal, magazine
C
livre, magazine, krant
D
journal, livre, magazine

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden
Je suis en vacances en France.

suis = persoonsvorm

In het woordenboek vind je geen vervoegingen van werkwoorden. Als je een werkwoord opzoekt, vind je dus wel het hele werkwoord, bijvoorbeeld être (= zijn) of suivre (=volgen). De vorm suis zul je dus niet in een woordenboek vinden.  Welke vertaling kies je in deze zin?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De infinitief (heel werkwoord) herkennen
Wat is het hele werkwoord van de volgende werkwoordsvormen…

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Il fait du cheval.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Elle peut venir demain ?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ils ont eu de la chance!

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nous avons une voiture.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tu vas au Louvre ? Ils y vont demain.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vous prenez le métro?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ils regardaient le film?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoud - meervoud
Les filles sont à la plage. 

filles = meervoud

Als je een zelfstandig naamwoord opzoekt, vind je altijd het enkelvoud. Als je de vertaling van filles wilt weten, kijk je dus bij fille.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van meervoud naar enkelvoud
Noteer de volgende woorden in het enkelvoud…

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bâtiments

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

manteaux

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

bouteilles

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Les filles sont sportives

sportives = vrouwelijk meervoud

Als je een bijvoeglijk naamwoord opzoekt, zoek je altijd op de mannelijke vorm, bijvoorbeeld sportif. Sportives staat niet in het woordenboek.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bijvoeglijk naamwoord herkennen
Noteer de mannelijke vorm van de volgende bijvoeglijke naamwoorden…

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

jeunes

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

italienne

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

beaux

Slide 23 - Question ouverte

Andere voorbeelden:
a. ai
b. faites
c. connu
d. courrai
e. c'
f. aux
g. bel
h. nouvelle
i. travaux
j. mesdames
Bijwoord
Les enfants écoutent mieux / attentivement

Sommige Franse bijwoorden hebben een eigen vorm. Die moet je herkennen.
Maar veel Franse bijwoorden zijn afgeleid van een bijvoeglijk naamwoord.

mieux = onregelmatig bijwoord, dit kun je vinden in het woordenboek. Let op dat je bij vertaling bij de afkorting bw (bijwoord) kijkt.

attentivement = afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord attentif.
Je moet ook hier bij de mannelijke vorm zoeken. Attentive vind je niet in het woordenboek.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bijwoord herkennen
Noteer de mannelijke vorm van de volgende bijvoeglijke naamwoorden…

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tellement

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

probablement

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

fréquemment

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

suffisamment

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitdrukkingen
Après la pluie, le beau temps

Als je een uitdrukking wilt opzoeken, dan kijk je naar het eerste zelfstandig naamwoord uit de uitdrukking. Zoek dit woord op en zoek daarna in de lijst naar de uitdrukkingen. Deze lijst vind je meestal onderaan bij het woord dat je hebt opgezocht.

Bij welk woord zou je deze uitdrukkingen opzoeken?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

être bien dans sa peau

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

cela me fait mal au cœur

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

avoir des mots avec quelqu'un

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

à tout prix

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions