Kapitel 6, Freizeit

Freizeit, Kapitel 6
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Freizeit, Kapitel 6

Slide 1 - Diapositive

Die Planung
  • Sehen (kijk- en luistervaardigheid)
  • Wortschatz wiederholen
  • Grammatik wiederholen

Slide 2 - Diapositive

Regeln
  • Je gebruikt jouw eigen naam of kleine variatie hierop. 
  • Je beantwoord vragen serieus.
  • Wanneer de docent een vraag wilt toelichten is het stil.
  • De telefoon wordt alleen gebruikt voor LessonUp

Slide 3 - Diapositive

5

Slide 4 - Vidéo

00:32
Ongeveer 75.000 mensen in Duitsland kunnen met muziek maken genoeg geld verdienen om rond te komen.
A
Richtig
B
Falsche

Slide 5 - Quiz

01:19
Welke instrumenten zijn in Duitsland het meest geliefd?
A
Piano, gitaar, drumstel
B
Piano, gitaar, viool
C
Piano, gitaar, blokfluit
D
Piano, gitaar stem

Slide 6 - Quiz

01:46
Waarom willen zo veel mensen zingen?

Slide 7 - Question ouverte

02:57
Wat voor experiment gaan Max und Nina doen?
A
Ze willen de muzikaliteit van de Duitsers testen.
B
Ze gaan onderzoeken welke liedjes de Duitsers kunnen spelen.
C
Ze gaan onderzoeken wie de meeste liedjes kan spelen op de fluit.
D
Wie kan hetzelfde liedje als Nina op de fluit spelen?

Slide 8 - Quiz

04:41
Welk instrument leren de Duitsers als kind te bespelen?
A
Gitaar
B
piano
C
trompet
D
blokfluit

Slide 9 - Quiz

Speel jij een instrument?
A
ja
B
nein

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Als de stam van een werkwoord eindigt op .... dan krijgt de du- , de er/sie/es- vorm en ihr-vorm een extra e
A
-n
B
-d
C
-t
D
-d of -t

Slide 12 - Quiz

Jij speelt=

Slide 13 - Question ouverte

jij praat (reden) =

Slide 14 - Question ouverte

Jullie kopen =

Slide 15 - Question ouverte

jullie antwoorden (antworten)

Slide 16 - Question ouverte

hij antwoordt (antworten)

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Zet het gesprek in de juiste volgorde
Meine Hobbys sind Hockey und Gitarre spielen. 
Ich spiele jeden Montag. Heute werde ich auch spielen
Mit wem gehst du?
Was sind deine Hobbys? 
Cool ich spiele auch Hockey. Wann trainierst du?
Mit meiner Schwester 

Slide 19 - Question de remorquage

... dürfen wir im Unterricht Musik hören
(welk woord hoort op de stippellijn?)
A
Leider
B
Bereits
C
Manchmal
D
vor allem

Slide 20 - Quiz

Vertaal: 'Naar de bioscoop gaan'
A
zu Kino gehen
B
ins Kino Gehen
C
in Kino gehen
D
Nach Kino gehen

Slide 21 - Quiz

Vertaal: 'Paardrijden'
A
Pferd fahren
B
fahren
C
Pferd reiten
D
reiten

Slide 22 - Quiz

Aankomende donderdag
-Neem een potlood, gum en kleurtjes mee

Slide 23 - Diapositive