Werkwoordspelling - Verleden tijd

Werkwoordspelling
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Planning
1) Presentie
2) Lesdoelen
3) Terugblik vorige les
4) Sterke en zwakke werkwoorden
5) Theorie pvvt
6) Oefenen dmv quiz
7/ Woordenschat : Elfjes

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
1) Ik kan de pvvt van zwakke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.
2) Ik kan de pvvt van zwakke werkwoorden in het meervoud juist spellen.
3) Ik kan de pvvt van sterke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.  
4) Ik kan de pvvt van sterke werkwoorden in het meervoud juist spellen.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over de werkwoorden in de tegenwoordige tijd? Hoe vervoeg je die?

Slide 4 - Question ouverte

Terugblik vorige les
Je vindt de pv door de zin van tijd te veranderen.
1) De bejaarde man vraagt hulp aan de verzorgende.
Zin 1 is geschreven in de tegenwoordige tijd.
Verander de zin nu van tijd.
2) De bejaarde man vroeg hulp aan de verzorgende.
Zin 2 is geschreven in de verleden tijd.
Het woord 'vraagt' verandert naar 'vroeg', dus 'vraagt' is de pv.

Slide 5 - Diapositive

Wat is een sterk werkwoord?

Slide 6 - Question ouverte

Sterke werkwoorden
Een sterk werkwoord = zo sterk dat het verandert.
- Sterk genoeg om van klank te veranderen.
- Bij een sterk werkwoord krijg je nooit een -d erbij.
- Eindigen als voltooid deelwoord bijna altijd op -en.
hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord
vliegen                 vlogen                  gevlogen
zingen                 zongen                 gezongen

Slide 7 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Ik loop – hij liep – wij hebben gelopen.
Ik duik – hij dook – wij hebben gedoken.
Ik slaap – hij sliep – wij hebben geslapen.
Ik roep – hij riep – wij hebben geroepen.

Slide 8 - Diapositive

Zwakke werkwoorden
Een zwak werkwoord = suf en saai en blijft dus hetzelfde.
- Te zwak om van klank te veranderen.
- Eindigen als voltooid deelwoord bijna altijd op -t of -d.
hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord
fietsen                 fietsten                     gefietst
spelen                 speelden                  gespeeld

Slide 9 - Diapositive

Zwakke werkwoorden
Deze werkwoorden krijgen in de verleden tijd ‘de(n)’ of ‘te(n)’ achter de stam.
 Ik kook – hij kookte – wij kookten.
 Ik pak – hij pakte – wij pakten.

Slide 10 - Diapositive

Theorie pvvt
Enkelvoud = stam + te/de
Bijvoorbeeld: danste of speelde
Ik
Jij
Je
U
Hij
Zij
Het

Slide 11 - Diapositive

XTC - KoFFieSHoP
Bij een woord als niezen kun je twijfelen. Je weet niet hoe je dit woord langer maakt. Is dit niesde of nieste? Pak de stam van het woord: niez-en (hele ww min -en)
De stam eindigt op een ‘Z’. Ga na of deze ‘Z’ in XTC - KoFFieSHoP zit.
Nee?  nies+de(n) Ja?  nies+te(n)

Slide 12 - Diapositive

verhuizen
stam = verhuiz
'z' niet in XTC - KoFFieSHoP, dus verhuisde

geloven
stam = gelov
'v' zit niet in  XTC - KoFFieSHoP, dus geloofde

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeldvraag) vliegen, pvvt
De vlieg ...?... door de kamer.
A
vliegt
B
vloog
C
vlogen
D
gevlogen

Slide 14 - Quiz

1) nemen, pvvt
De kinderen ...?... afscheid van de juf.

Slide 15 - Question ouverte

2) spelen, pvvt
De kinderen ...?... in de zandbak.

Slide 16 - Question ouverte

3) boren, pvvt
Wij ...?... een gat in de muur.

Slide 17 - Question ouverte

4) regelen, hoeven, pvvt
De werknemers ...?... dat ze minder uren ...?... te maken.

Slide 18 - Question ouverte

5) updaten
Eveline heeft vorige week zaterdag haar computer ...?...

Slide 19 - Question ouverte

woordenschat
Elfjes

Slide 20 - Diapositive

Elfje
klein gedicht
 in elf woorden
tot de kern komen
moeilijk
?


Slide 21 - Diapositive

Knipgedicht
Een collage van woorden en zinsdelen die je uitknipt uit kranten, folders, tijdschriften.

Kan ook een Elfje zijn!

Slide 22 - Diapositive

Opdracht
- Maak een gedicht voor iemand die jou lief is
- Dichtvorm is vrij: elfje, limerick, haiku
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
- Vul een lootje in
- Pak een lootje
- Maak een gedicht voor je klasgenoot
- Gebruik de info van het lootje
-Dichtvorm is : elfje
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive

6) niezen, pvvt
Mevrouw de Rooij ...?... in haar zakdoek.

Slide 25 - Question ouverte

7) juichen, pvvt
De toeschouwers ...?... hun publiek toe.

Slide 26 - Question ouverte

Engelse werkwoorden
- Tegenwoordige tijd -t en -en achter de stam
- Verleden tijd -de(n) of -te(n) achter de stam
- Voltooid deelwoord: ge- + stam + -d/-t
Let op: soms staat er een e voor de uitgang omdat dat nodig is voor de uitspraak.
racen                  de stam = race
recyclen                  de stam = recycle




Slide 27 - Diapositive

1) deleten, pvvt
Mijn vader ...?... de app.

Slide 28 - Question ouverte

2) checken
Heb jij de bon nog ...?...?

Slide 29 - Question ouverte

3) downloaden, pvvt
De gamer ...?... de nieuwe uitgave van dat spel.

Slide 30 - Question ouverte

4) mixen, pvvt
De DJ ...?... de liedjes perfect.

Slide 31 - Question ouverte

5) faken, pvvt
De online dater ...?... haar uiterlijk.

Slide 32 - Question ouverte