Wat heb je geleerd? Les 5 par. 2.1 t/m 2.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

WAT HEB JE GELEERD?

GETALLEN

par. 2.1 t/m 2.3

Formatief toetsen

              Toets om te leren 

      (i.p.v. toetsen van het leren)

• Het leren verbeteren.
• Vooruit kijken wat er nog te leren is.
• Leerproces volgen.
• Leerdoelen

Als de toets is nagekeken krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft aan wat jij nog kunt leren.

En je leert door te doen!

Leerdoelen

• Ik weet wat rekenkundige BEWERKINGEN zijn.
• Ik weet wat bij een berekening het PRODUCT en de FACTOREN zijn.
• Ik weet wat bij een bewerking het QUOTIËNT is.
• Ik weet wat bij een bewerking de SOM en de TERMEN zijn.
• Ik weet wat bij een bewerking het VERSCHIL is.

Schrijf de opgave in getallen en rekensymbolen op en bereken:

Het product van 5 en 7.

Schrijf de opgave in getallen en rekensymbolen op en bereken:

Het quotiënt van 56 en 8.

Vul in: termen of factoren.
4 en 7 zijn ....... van 4 x 7.

Vul in: termen of factoren.
4 en 7 zijn ....... van 4 + 7.

Schrijf de opgave in getallen en rekensymbolen op en bereken:

Het verschil tussen 37 en 19.

Schrijf de opgave in getallen en rekensymbolen op en bereken:

De som van 37 en 19.

Schrijf de opgave in getallen en rekensymbolen op en bereken:
Het verschil van het product van 2 en 4 en het quotiënt van 10 en 5.

Leerdoelen

Ik weet wat de VERMENIGVULDIGINGSPUNT is en pas deze toe bij een vermenigvuldiging.

Schrijf de vermenigvuldiging met een vermenigvuldigingspunt op.
9 x 8 = 72

Leerdoelen

Ik ken de REKENVOLGORDE en kan het 

WERKSCHEMA REKENVOLGORDE toepassen.

Bereken. Schrijf de tussenstappen op.

25 + 18 : 3

Bereken. Schrijf de tussenstappen op.

20 . 3 - 35 : 7 . (8 - 3)

Leerdoelen

Ik kan decimale getallen AFRONDEN op één, twee of meer DECIMALEN. 

Ik kan decimale getallen AFRONDEN op

een GEHEEL GETAL.  

Rond het getal 23,67495 af op twee decimalen.

Rond het getal 23,67495 af op één decimaal.

Rond het getal 23,67495 af op een geheel getal.

Leerdoel

Ik kan decimale getallen AFRONDEN in PRAKTISCHE SITUATIES.

Een dierenpark heeft 994399 bezoekers.
Rond 994399 af op honderdtallen.

Een dierenpark heeft 994399 bezoekers.
Rond 994399 af op tienduizendtallen.

Een dierenpark heeft 994399 bezoekers.
Rond 994399 af op honderdduizendtallen.

Een school wil voor 940 leerlingen een pen kopen. In één doos zitten 100 pennen. Hoeveel dozen moet de school kopen?

Leerdoel

Ik ken het begrip DELERS en ik kan alle delers van een getal opschrijven.

14. Schrijf alle delers op van 24.

Typ getal,(spatie)getal,(spatie),getal(spatie)

Leerdoel

Ik ken het begrip VEELVOUDEN en ik kan alle veelvouden van een getal opschrijven.

15. Schrijf de eerste vijf veelvouden op van 12.

Typ getal,(spatie)getal,(spatie),getal(spatie)

Leerdoel

Ik ken de begrippen EVEN en ONEVEN en weet van alle getallen of ze even of oneven zijn.

16. Schrijf alle even getallen op tussen 29 en 45.

Typ getal,(spatie)getal,(spatie),getal(spatie)

17. Schrijf alle oneven getallen op tussen 60 en 78.

Typ getal,(spatie)getal,(spatie),getal(spatie)

Leerdoel

Ik weet wat DECIMALE GETALLEN zijn.

Ik weet wat GEHELE GETALLEN zijn.

Hoeveel decimalen heeft het getal
123,674932

18. Hoeveel gehele getallen staan hieronder?

Leerdoel

Ik weet wat het verschil is tussen

CIJFERS en GETALLEN.

1. Schrijf alle cijfers op die je kent.
Typ: getal,spatie,getal,spatie

Leerdoel

Ik kan vermenigvuldigen en delen door de komma te verplaatsen.

6. 0,4274 x 100 =

7. Bereken
1,207 : 100 =

8. 876,5 x 100 =

9. Bereken.
267 : 10000 =

10. Bereken.
267000 : 10000 =

Leerdoel

Ik ken de WAARDE van getallen.

425,768
2. Wat is de waarde van het cijfer 4?

425,768
3. Wat is de waarde van het cijfer 5?

425,768
4. Wat is de waarde van het cijfer 7?

425,768
5. Wat is de waarde van het cijfer 8?