Klas 2TH1 - Lesweek 6 - Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Achtung!

Je gaat op je eigen plaats zitten.

Op tafel ligt:

- das Etui / der Stift 

- das Heft

- das Buch

Wichtig!

Riomie, Lot -> Steckbrief Montag 7. Oktober einreichen (postvak)

Joram -> Steckbrief Montag

Sep -> Steckbrief Montag 7. Oktober inleveren (postvak)

-> SO Kapitel 1 Freitag 11. Oktober 

Was macht ihr Heute?

- Hoe nu verder?

- Wortschatz

- Hausaufgaben machen

- Test besprechen

- Fehler Festival

- Unterricht beenden

Lernziele

Was lernt ihr heute

- Je leert nieuwe Duitse woorden rondom het Thema "wir" gebruiken.

- Je weet wat je een volgende keer beter kunt doen qua leren voor een toets en ook wat er al goed ging.

letzte Woche......

Hoe nu verder????

Afspraken 2TH1

- stil zijn wanneer iemand anders aan het woord is.

- respect hebben voor elkaar.

- NIET KLOTEN!

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk!

-  Rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

letzte Woche......

Hoe nu verder????

Onder je stoel zit een Post-It.

Zet op deze Post-It 

- Wat vind je goed aan de lessen Duits

- Wat zou je anders zien?

Je naam opschrijven mag, maar hoeft niet.

Plak je post-It op het whiteboard 

Kapitel 2 / Wir

Ӧffne dein Buch auf Seite 64.

Wir lesen zusammen die Lernliste N-D -> die Familie - vorstellen” Wat valt je op?

Direct meeleren:

Lidwoorden (der, die, das)  

Meervoudsvorm erbij (der Junge – die Jungen).

Umlaut 

Zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter.

die Hausaufgaben 

Hausaufgaben machen

Als je denkt dat je kunt beginnen -> begin!

Als je uitleg nodig hebt -> even opletten

Je mag met elkaar overleggen

5 minuten de tijd

Gaat de wekker -> etui in je tas, boek nog niet

die Hausaufgaben 

TH Buch	HA Buch
Lernen S. 64 -> Lernliste N-D (linke Reihe) Machen S. 38 -> Aufgabe 8 + 9	Lernen S. 64 -> Lernliste N-D (linke Reihe) Machen S. 38 -> Aufgabe 7 + 10

Foutenfestival

Welke fout (fouten) staan er in de volgende zinnen.

jaar -> jahre

Foutenfestival

Welke fout (fouten) staan er in de volgende zinnen.

Was ist deine Email adresse?

Foutenfestival

Welke fout (fouten) staan er in de volgende zinnen.

Im Sommer fahren wir nach ostenreich.

Foutenfestival

Welke fout (fouten) staan er in de volgende zinnen.

Wann sie sind am bestem zu erreichen?

Foutenfestival

Welke fout (fouten) staan er in de volgende zinnen.

negen – nein

überprüfe deinen Test

g .

Etui / pen in je tas

Het eerste wat je doet -> aantal punten checken.

Bekijk wat je goed en fout hebt gedaan.

Vergelijk daarna jouw antwoorden met die van je buurmens.

Probeer er samen uit te komen wat de goede antwoorden zijn. Lukt niet? -> Boek!

Einde van de les  -> toets op mijn bureau leggen.

überprüfe deinen Test

Bij de meesten "zit" het werkwoord "sein" er nog niet goed genoeg in. Daarvoor een extra oefening. Thuis maken en volgende week bij mij inleveren.

Jij kent het goed genoeg

Nog iets meer oefenen

Morgen

Hausaufgaben checken

Selbständig arbeiten

(Drift)