paragraaf 3.2: het verschuiven van de ITCZ en de gevolgen voor de luchtstromen

Lesdoelen
-je kent de betekenis van de letters ITCZ
-je weet welke luchtdruk heerst in de ITCZ
-je weet hoe de luchtdruk binnen de ITCZ onstaat
-De ITCZ verschuift tussen de NB en ZB. Jij kunt uitleggen hoe dit komt?
-Je kunt met behulp van een tekening uitleggen hoe de ZW-moesson en de NW-moessoen ontstaan.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
-je kent de betekenis van de letters ITCZ
-je weet welke luchtdruk heerst in de ITCZ
-je weet hoe de luchtdruk binnen de ITCZ onstaat
-De ITCZ verschuift tussen de NB en ZB. Jij kunt uitleggen hoe dit komt?
-Je kunt met behulp van een tekening uitleggen hoe de ZW-moesson en de NW-moessoen ontstaan.

Slide 1 - Diapositive

Breedteligging

Slide 2 - Diapositive

ITCZ =Intertropische convergentie zone
ITCZ is een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat in de tropische zone/lage breedte/rond de evenaar door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift, waardoor het lagedrukgebied ook wisselt. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

ITCZ

Slide 5 - Diapositive

Seizoenen van Moesson

Slide 7 - Diapositive

Maak bovenstaande opdracht
Tijd: 10 minuten
Atlaskaart

Slide 8 - Diapositive

Huiswerk: Geef antwoord op de volgende vragen:
  1. Wat betekent de afkorting ITCZ?
  2. Waar ontstaat de ITCZ?
  3. Welke luchtdruk heerst er binnen de ITCZ?
  4. Beschrijf in stappen hoe de ITCZ ontstaat.
  5. In het gebied van de ITCZ blijft het droog/is neerslag.
  6. Waardoor beweegt de ITCZ zich tussen 23,5 NB en 23,5 ZB?
  7. Teken een wereldbol en geef met de eerste letters van de maanden van het jaar aan waar de ITCZ zich bevindt in juli en december.
  8. Gebruik evt. de atlas. In welk seizoen is heerst er op Bali het regenseizoen? Leg uit hoe je tot je antwoord bent gekomen.

Slide 9 - Diapositive

Heb je vragen of moeilijkheden?

Slide 10 - Question ouverte