Modal verbs (2mavo)

Have to, must, should
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Have to, must, should

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

To give advice
To tell people to do something (really important)
To tell people to do something (informal)
have to
should
must

Slide 4 - Question de remorquage

Exercise 5
Eerste 3 in lesson up, de rest doe je in All right online. 
Jullie krijgen 5 minuten om deze opdracht af te maken, daarna kijken we hem samen na.

Slide 5 - Diapositive

Translate: responsible

Slide 6 - Question ouverte

Translate: to be worn out

Slide 7 - Question ouverte

Translate: to realise

Slide 8 - Question ouverte

Exercise 5
left overs = ...
tidy = ...
to sort = ...
laundry basket = ...
to strip the bed = ...
to make the bed = ...
duty = ...

Slide 9 - Diapositive

Answers exercise 5
left overs = kliekjes/restjes
tidy = opruimen
to sort = sorteren
laundry basket = wasmand
to strip the bed = het bed afhalen
to make the bed = het bed opmaken
duty = dienst (taak)

Slide 10 - Diapositive

Exercise 6 
Oefening 6 doe je online in All right! We kijken de opdracht daarna samen na. 

Slide 11 - Diapositive

Herhaling grammatica ch. 3
Present perfect
Modal verbs: can, could, be able to, be allowed to
Modal verbs: have to, must, should

Slide 12 - Diapositive

Present perfect
Je gebruikt de present perfect om te zeggen dat iets al een tijd aan de gang is. 
1. Sinds wanneer en hoelang iets aan de gang is.
2. Iets dat vroeger is gebeurd, maar je weet niet precies wanneer.
3. als iets kort geleden is gebeurd. 

Slide 13 - Diapositive

Present perfect
Je maakt de present perfect met: have/has to + voltooid deelwoord.

I have lived in Zutphen for 23 years.
He has visited London before, so he knows his way around the underground.
Chris and Meghan have just finished the book. 

Slide 14 - Diapositive

Modal verbs 
Can, could, be able to, be allowed to

Slide 15 - Diapositive

can / can't
could / couldn't
to be able to
to be allowed to
mogen / toestemming hebben
zou kunnen of toestemming vragen
kunnen / instaat zijn om
Kunnen / mogen

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Oefenen?
Ga naar All right - Versterk jezelf - present perfect
Ga naar All right - Versterk jezelf - alle onderwerpen - soorten woorden - modal verbs

Slide 18 - Diapositive