Sessie 1

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Sinterklaas gedicht

Sessie 1

Leesdoel:

Ik kan de rijmwoorden in het gedicht inkleuren.

Ik kan het rijmschema opschrijven.

Woordbegrip

Rijmen

Woorden met eindrijm

Het einde van de woorden is gelijk

Woorden met beginrijm

Het begin van de woorden is gelijk.

Woorden met middenrijm

Het midden van de woorden is gelijk. 

bal-val-zal-wal

Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan.

mat-zal-vak-pas

Woordbegrip

Rijmschema:

Een schema waarin je kunt zien welke woorden rijmen.

Waarom?

Als je weet welke woorden rijmen en wat een rijmschema is, kun je dat gebruiken bij het maken van je Sinterklaasgedicht.

Hoe

Het gedicht wordt voorgelezen. 

We geven de woorden die op elkaar rijmen dezelfde kleur. Daarna geven we iedere kleur een letter.

We lezen de tekst.

Opdracht

Kijk naar het laatste woord van iedere regel.

Zoek de rijmwoorden. 

Is hier sprake van beginrijm, middenrijm of eindrijm?

Opdracht

Je geeft de woorden die op elkaar rijmen dezelfde kleur.

Bijvoorbeeld: bezoek en boek kleur je blauw.

niemand en beland kleur je roze.

Doe dit ook met de rest van de tekst.

Vervolgopdracht

De eerste rijmwoorden, die je blauw hebt gekleurd, geef je de letter A.

De volgende rijmwoorden, die roze zijn, geef je de letter B.

Ga zo verder om het rijmschema te maken.