Blok 4 Spelling 4.7 pv in de vt

Jas uit 

Telefoon in de zak 

Kauwgom weg 

Pak je spullen (boek, etui, schrift) 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Jas uit 

Telefoon in de zak 

Kauwgom weg 

Pak je spullen (boek, etui, schrift) 

Slide 1 - Diapositive

Hoe werkt 't kofschip X

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
niezen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'niez' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van niez = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee     dan +de(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +de(n)
nies+de(n)

Slide 2 - Diapositive

Hoe werkt 't kofschip X

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
straffen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'straff' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van straff = f
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan +te(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +te(n)
strafte(n)

Slide 3 - Diapositive

Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Wiliam ___________ (willen) heel vaak hetzelfde ijsje.

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Jullie ___________ (huilen) echt als een stelletje baby's.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Wij _________ (zorgen) voor ons broertje.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Wij _______ (testen) gisteren die nieuwe motor.

Slide 7 - Question ouverte

Oefenen met spelling in de verleden tijd

Slide 8 - Diapositive

Blok 4 Werkwoorden vervoegen



4.8 Voltooid deelwoord (vdw)







Slide 9 - Diapositive

't kofschip X

Slide 10 - Diapositive

Klankvaste werkwoorden

  • Soms kan je niet goed horen of het in de verleden tijd nu +te(n) of de(n) is.

  • Want is het nu 'de jongen niesde' of is het 'de jongen nieste' ? of
  •                                'ik verfde mijn haar blauw' of 'ik verfte mijn haar blauw'?

  • Daarvoor is er een trucje!

Slide 11 - Diapositive

Hoe werkt 't kofschip X
in de verleden tijd

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
niezen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'niez' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van niez = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee     dan +de(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +de(n)
nies+de(n)

Slide 12 - Diapositive

Hoe werkt 't kofschip X
in de verleden tijd
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
straffen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'straff' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van straff = f
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan +te(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +te(n)
strafte(n)

Slide 13 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Wat weten jullie van het voltooid deelwoord? 

Slide 14 - Diapositive

4.8 Voltooid deelwoord (vdw)

  • begint vaak met ge-, ver- of be-

  • Staat nooit alleen in een zin, 
    altijd samen met een pv van hebben, worden of zijn

Slide 15 - Diapositive

4.8 Voltooid deelwoord (vdw)


  • Zij is gevonden                          De jongen is verdwaald
  • De muur wordt geverfd         Het heeft de hele dag geregend   
  • Hij heeft gefietst                      Ik heb die film al gekeken

Slide 16 - Diapositive

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Meestal kan je dat wel goed horen.
  • Bijvoorbeeld bij:
  • Ik heb die film al gekeken                     - (kijken)
  • Zij is gevonden                                          - (vinden)
  • De heeft in zijn mand gelegen           - (liggen)

  • Maar bij sommige voltooid deelwoorden is dat niet zo makkelijk te horen.

Slide 17 - Diapositive

't kofschip X

Slide 18 - Diapositive

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Maar soms kan je het niet goed horen.


  • Bijvoorbeeld bij: 
  • De muur wordt geverfd.                              - (verven)
  • Hij heeft gefietst.                                            - (fietsen)
  • De man is  getrouwd.                                    - (trouwen)

  • Daar zijn 2 oplossingen voor!

Slide 19 - Diapositive

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Oplossing 1:   Maak het voltooid deelwoord langer
  • - verdwaald      ->  wordt:   verdwaalde      ->   je hoort duidelijk een 'd'
  • - getrouwd       ->  wordt:   getrouwde        ->   je hoort duidelijk een 'd'
  • - gewerkt          ->  wordt:   gewerkte           ->   je hoort duidelijk een 't'


Slide 20 - Diapositive

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Oplossing 2: gebruik 't Kofschip X

Slide 21 - Diapositive

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
missen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'miss' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van miss = s
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan t
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Hij heeft gemist.

Slide 22 - Diapositive

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
verhuizen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'verhuiz' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van verhuiz = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee    dan d
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Ik ben verhuisd.

Slide 23 - Diapositive

Maken
Opdracht 19 en opdracht 20 op bladzijde 178 - 179 

Eerder klaar? 
Opdracht 21

Slide 24 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

kaarten

Slide 25 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

spelen

Slide 26 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

huilen

Slide 27 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

trouwen

Slide 28 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

lessen

Slide 29 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

volgen

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

gebruiken

Slide 31 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

bluffen

Slide 32 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

verhuizen

Slide 33 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

gebeuren

Slide 34 - Question ouverte

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 35 - Diapositive