Argumenteren: argumentatiestructuren

T305 Leesvaardigheid
Paragraaf 3 - deel 2

Na de vakantie: paragraaf 4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

T305 Leesvaardigheid
Paragraaf 3 - deel 2

Na de vakantie: paragraaf 4

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
Blokjesschema 
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Subargument
Onderschikkende argumentatie

Oefenen met leerstof

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Ik weet wat een blokjesschema is
Ik ken het verschil tussen enkelvoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.

Slide 3 - Diapositive

Nakijken
Gezamenlijk 

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel fouten had je?

Slide 5 - Sondage

Argumentatiestructuur
Het standpunt en de argumenten samen vormen een argumentatiestructuur. 

Die kun je in een blokjesschema weergeven, waarbij het standpunt in het bovenste blokje komt te staan en de argumenten in de blokjes eronder.

Slide 6 - Diapositive

Enkelvoudige argumentatie
Als een auteur zijn standpunt met één argument onderbouwt, noemen we dat enkelvoudige argumentatie

Slide 7 - Diapositive

Nevenschikkende argumentatie
Meestal gebruikt een auteur meer argumenten om zijn mening kracht bij te zetten. Dat heet nevenschikkende argumentatie.

Slide 8 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie
Een schrijver kan een argument onderbouwen met een subargument: een argument dat een ander argument ondersteunt. Dit heet onderschikkende argumentatie.

Slide 9 - Diapositive

Hoe heet onderstaand blokjesschema?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe heet onderstaand blokjesschema?

Slide 11 - Question ouverte

Welk signaalwoord kun je gebruiken bij een onderschikkende argumentatie?
A
want
B
of
C
maar
D
en

Slide 12 - Quiz

Welk signaalwoord kun je gebruiken bij een nevenschikkende argumentatie?
A
want
B
of
C
maar
D
en

Slide 13 - Quiz

Oefenen
Maak H1, Argumenteren, paragraaf 2, opdracht  2, blz. 19 en 20
-> Deze kijken we later in de les nog gezamenlijk na

Klaar? Ga verder met opdracht 3 bij tekst 1 en 2, blz. 20 en 21

Tot slot maak je opdracht 5.1 t/m 5.11 bij tekst 3

Morgen gaan we naast schrijven en start leesclub nog een andere opdracht over het blokjesschema doen -> werken richting de toetsweek

Slide 14 - Diapositive