di 27 sept bijzonder taalgebruik

Rijm en bijzonder taalgebruik
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rijm en bijzonder taalgebruik

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Ik kan rijmsoorten in een gedicht herkennen.
Ik kan bijzonder taalgebruik herkennen.
Ik kan uitleggen hoe realistisch een verhaal is. 

Slide 2 - Diapositive

Bijzonder taalgebruik
Schrijvers maken hun teksten vaak mooier door iets op een bijzondere manier te zeggen. Bijzonder taalgebruik kun je tegenkomen in verhalen en gedichten, maar ook in non-fictie. Er zijn heel veel verschillende vormen van bijzonder taalgebruik. Dit zijn er enkele:
  

  • Herhaling
    – woorden worden herhaald of hetzelfde wordt meerdere keren gezegd, maar telkens net iets anders. 

  • Opsomming
    – er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd. 

  • Tegenstelling – dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen opvallen. 

  • Overdrijving
    – iets wordt erger of groter gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Slide 3 - Diapositive

Bijzonder taalgebruik
Herhaling
Opsomming
Tegenstelling
Overdrijving

Slide 4 - Diapositive

Weet je het nog?
Bijzonder taalgebruik: Je kunt een tekst mooier maken met bijzonder taalgebruik. Dat kan bijvoorbeeld door woorden te gebruiken die eigenlijk niet nodig zijn. 
Je noemt een eigenschap die altijd bij dat begrip hoort.
Op een lentedag lagen we te luieren in het groene gras.
Met een snelle sprint passeerde de spits de verdediger.

Slide 5 - Diapositive

Bijzonder taalgebruik
- de grijze mist
een snelle sprint
vast en zeker
keurig netjes
witte ijsbeer
harde gil

Slide 6 - Diapositive

2: Twee redenen om te kiezen voor bijzonder taalgebruik
  • Beïnvloeden van het publiek
  • Het vergroten van betrokkenheid

Slide 7 - Diapositive

Om aan te geven wat je van een verhaal vindt, gebruik je....
A
bijzonder taalgebruik
B
beoordelingswoorden
C
verschillende verhaalsoorten

Slide 8 - Quiz

We hebben drie vormen van bijzonder taalgebruik in gedichten geleerd. Welke hoort daar NIET bij?
A
Opsomming
B
Herhaling
C
Tegenstelling
D
Redengeving

Slide 9 - Quiz

Welke vorm van bijzonder taalgebruik herken je in de volgende regels:

De huizen zijn nog donker en de dromen nog niet af
warm is het bed en warm het zachte kussen


A
herhaling
B
opsomming
C
tegenstelling
D
overdrijving

Slide 10 - Quiz

Welke vorm van bijzonder taalgebruik herken je in de volgende regel:
Ik verveel me dood.

A
Herhaling
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Overdrijving

Slide 11 - Quiz

Welke vorm van bijzonder taalgebruik herken je in de volgende regel:

Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.

A
Herhaling
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Overdrijving

Slide 12 - Quiz

jeugdliteratuur
(proza)
informatieve
teksten
poëzie
ritme,
klank
gevoelens en gedachten
gedetailleerde beschrijvingen van omgeving.
bijzondere 
woordkeuze
herhaling 
van woorden, 
zinnen
spanning

zakelijk
geeft veel 
informatie
letterlijk
taalgebruik
figuurlijk taalgebruik
verzonnen
gebeurtenissen
indeling
inleiding
middenstuk
slot

Slide 13 - Question de remorquage

Huiswerk voor do 29 sept
BK maken opdr. 3, 4 en 7

Leren blz. 64, 65 en 66 de gele kaders
KT
Maken opdr. 5 t/m 7
Leren blz. 68 en 69 de gele kaders





Slide 14 - Diapositive