WI B2 H7: 7.3 en 7.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

33. Een stokbrood wordt op twee manieren doorgesneden.

33a. Welke doorsnede hoort bij I?

1. doorsnede 1
2. doorsnede 2
3. doorsnede 3

33b. Welke doorsnede hoort bij II?

1. doorsnede 1
2. doorsnede 2
3. doorsnede 3

35. Een balk wordt op drie verschillende manieren doorgezaagd. Schrijf van elke manier van zagen op welke doorsnede erbij hoort.

51 a.
5l = ? dm³

1. 0,5 dm³
2. 0,05 dm³
3. 5 dm³
4. 50 dm³

51 b.
5 m³ = ? dm³

1. 5 dm³
2. 50 dm³
3. 500 dm³
4. 5000 dm³

51 c.
72 dl = ? ml

1. 7,2 ml
2. 72 ml
3. 720 ml
4. 7200 ml

51d.
2 m³ = ? l

1. 20 l
2. 200 l
3. 2000 l
4. 20 000 l

51e.
0,7 l = ? cl

1. 7 cl
2. 70 cl
3. 700 cl
4. kan niet.

52f.
190 000 dm³ = ? m³

1. 1, 9 m³
2. 19 m³
3. 190 m³
4. 1900 m³

55. Een kruiwagen heeft een inhoud van 40 liter. Hoeveel kruiwagens kun je vullen met 1 m³ zand?

1. 2,5 kruiwagens
2. 25 kruiwagens
3. 250 kruiwagens
4. 2500 kruiwagens

antwoord 55: 

1000 : 40 = 25

Je kunt 25 kruiwagens vullen met 1 m³ zand.