H6 §4 Klimaatverandering

H6 §4 Klimaatverandering
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H6 §4 Klimaatverandering

Slide 1 - Diapositive

Oefentoets
Kijken of jij de samenvatting wel goed heb gemaakt :)

6 vragen

Slide 2 - Diapositive

Uit welke zee komt het water van de Golfstroom?
A
De golf van Mexico
B
Evenaar
C
Noordzee
D
Middellandse zee

Slide 3 - Quiz

Waarom stroomt dat water naar Europa en niet naar een ander gebied?
A
Omdat de wind over het algemeen naar het westen waait.
B
Komt door de stroming in het water
C
Omdat het daar heen stroomt
D
Omdat de wind over het algemeen naar het oosten waait.

Slide 4 - Quiz

Wat is de naam van regen die ontstaat als lucht stijgt tegen een gebergte?
A
Regen
B
Frontale neerslag
C
Stuwingsneerslag
D
Stijgingsneerslag

Slide 5 - Quiz

Welke kant van de berg is de loefzijde?
A
de natte kant van de berg
B
de droge kant van de berg
C
altijd de oostkant van de berg
D
altijd de westkant van de berg

Slide 6 - Quiz

Maak de zin af: Het is te koud voor boomgroei als de gemiddelde zomertemperatuur …
A
Boven de 0 graden is
B
Onder de 0 graden is
C
Boven de 10 graden is
D
Onder de 10 graden is

Slide 7 - Quiz

Is de volgende uitspraak juist of onjuist? Leg je antwoord uit:
Toendra’s liggen op lage breedte en er groeien geen bomen

Slide 8 - Question ouverte


We gaan het hebben over klimaatverandering en de effecten hiervan

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les kun je...

  • Uitleggen wat klimaatverandering inhoud
  • Oorzaken en gevolgen van het versterkte broeikaseffect beschrijven
  • De impact van klimaatverandering op verschillende gebieden herkennen


Slide 10 - Diapositive

Het klimaat veranderd
  • In Europa zie je verschillen in het klimaat (temperatuur en neerslag): klimaatverandering.
  • De Bilt: warmer en natter -> neerslag = onvoorspelbaarder en heftiger
  • Koude perioden en warme perioden wisselen elkaar altijd af -> afgelopen 100 jaar valt temperatuurstijging op.

Slide 11 - Diapositive

Versterkt broeikaseffect
De mens veroorzaakt de huidige temperatuurstijging door meer koolzuurgas (CO₂) in de lucht te brengen.
 

  • Koolzuurgas werkt in de dampkring als een broeikas: het laat zonnestralen door en houdt warmte vast. = broeikaseffect ->  dit koolzuurgas komt van nature in de dampkring voor.    

  • Maar: meer CO₂ in de lucht door de verbranding van aardolie, aardgas en steenkool. ->  meer vastgehouden warmte. = versterkt broeikaseffect.

Slide 12 - Diapositive

Gevolgen koude gebieden
Poolstreken + hooggebergten: landijs smelt en periode jaarlijkse sneeuwbedekking korter.


•  Minder neerslag als sneeuw.  
-> gletsjers worden steeds kleiner.  
->  zeespiegelstijging  
-> grotere kans op overstromingen kustgebieden.  
-> ook door het uitzetten van warmer water.

• Meer vegetatie in de koude gebieden.  
-> meer landoppervlak voor landbouw.

Slide 13 - Diapositive

Gevolgen warme gebieden
Middellandse Zeegebied wordt nog droger.  
->  meer verdamping  
-> watertekorten

• Verandering vegetatie:
- steppe -> woestijn = verwoestijning  
 - gevolg: afname landbouwoppervlak.

Slide 14 - Diapositive

Versterkt broeikaseffect
Het broeikaseffect = het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring.  
-> broeikasgassen als koolstofdioxide (CO₂)

- Zonder het natuurlijk broeikaseffect: te koud om op aarde te leven.
->  maar: versterkt broeikaseffect

-  De uitstoot van CO₂ komt vooral door de verbranding van: fossiele brandstoffen / energiebronnen.



Slide 15 - Diapositive

Oefentoets paragraaf 4
5 vragen

Slide 16 - Diapositive

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het natuurlijke proces waarbij de atmosfeer warmte vasthoudt.
B
Het effect waarbij door de mens meer CO₂ in de lucht komt, wat zorgt voor extra opwarming.
C
Het afkoelen van de aarde door minder CO₂-uitstoot.
D
Het smelten van ijskappen door vulkaanuitbarstingen.

Slide 17 - Quiz

Wat is een gevolg van klimaatverandering in de koude gebieden?
A
Meer verdamping en watertekorten.
B
Het smelten van landijs en stijging van de zeespiegel.
C
Uitbreiding van woestijnen en afname van landbouwgrond.
D
Meer sneeuwval in de bergen.

Slide 18 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen het natuurlijke broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect.

Slide 19 - Question ouverte

Noem twee gevolgen van klimaatverandering voor warme gebieden en leg kort uit waarom deze gevolgen problemen kunnen veroorzaken.

Slide 20 - Question ouverte

Waarom zorgt het smelten van gletsjers voor een stijging van de zeespiegel? Leg dit uit in een paar zinnen.

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag!
  • Lezen: §6.4
  • Maken: §6.4: ...
(Huiswerk voor maandag 10 maart)

Stil werken
Fluisterend werken
Normaal overleggen mag
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive