Au travail

aller
=
 gaan




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
va
vont
allez
allons
vais
vas
1 / 14
suivant
Slide 1: Question de remorquage
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

aller
=
 gaan




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
va
vont
allez
allons
vais
vas

Slide 1 - Question de remorquage

écoute le dialogue
A
luister nog eens naar het gesprek
B
luister naar het gesprek

Slide 2 - Quiz

cherche l'intrus
A
zoek de woorden
B
wat hoort bij elkaar
C
Vul in

Slide 3 - Quiz

Répète les mots
A
herhaal de zinnen
B
herhaal de uitdrukkingen
C
herhaal de woorden

Slide 4 - Quiz

lis les questions
A
lees de zinnen
B
schrijf de zinnen
C
Schrijf de vragen
D
lees de vragen

Slide 5 - Quiz

attention, il y a un mot en trop
A
let op, er is een woord te veel
B
let op, er zijn twee woorden te veel

Slide 6 - Quiz

Fais des phrases entières
A
zet in de juiste volgorde
B
verbeter de fouten
C
maak hele zinnen
D
lees de tussenkopjes

Slide 7 - Quiz

Choisis la bonne réponse
A
schrijf het juiste antwoord
B
kies het juiste antwoord

Slide 8 - Quiz

le champ lexicaal
A
de fouten
B
het paspoort
C
de woordspin

Slide 9 - Quiz

Souligne le mot
A
onderstreep de zin
B
onderstreep het antwoord
C
onderstreep het woord
D
onderstreep de woorden

Slide 10 - Quiz

traduis les mots en français
A
vertaal het woord in het Frans.
B
vertaal de woorden in het Frans.

Slide 11 - Quiz

vrai
A
zwart
B
wit
C
waar
D
niet waar

Slide 12 - Quiz

faux
A
niet waar
B
vul in

Slide 13 - Quiz

aller
=
 gaan




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
vas
vont
va
allez
allons
vais

Slide 14 - Question de remorquage